Dat minister Kamp zich dinsdag in de Tweede Kamer op de vlakte hield over de inzet van Nederlandse soldaten in het zuiden van Afghanistan, verbaast Rob de Wijk niet. De defensiespecialist van Clingendael, door de lezers van Management Team getipt als een van de kandidaten voor een volgend kabinet, heeft geen idee wat de Nederlandse troepen daar op dit moment precies doen. ‘Niemand kent het totale plaatje.’
Vorige week vrijdag bracht generaal-majoor Ton van Loon, commandant van ISAF Regionaal Commando Zuid, het bericht naar buiten dat in Zuid-Afghanistan operatie Baaz Tsuka was begonnen. Deze gezamenlijke actie van Afghaanse veiligheidsdiensten en ISAF richt zich op ondersteuning en ontwikkeling van de bevolking in de districten Zahre en Panjwayi. Ook Nederlandse soldaten zouden aan de operatie deelnemen. Terstond riepen GroenLinks en SP minister Kamp (VVD) van Defensie naar de Kamer. Die verklaarde dinsdag dat Nederland nog niet mee doet, hoewel hij niet uitsluit dat de soldaten in deze operatie worden ingezet.
ISAF-commandant Van Loon was nauwelijks uitgepraat of GroenLinks en SP riepen Kamp al naar de Kamer. Een beetje overtrokken reactie van het parlement?
‘Ik kan het me wel voorstellen, hoewel de Tweede Kamer ministers op dit ogenblik voor alles naar zich toe roepen. Nederland heeft de leiding over het commando Zuid, zodat ons land per definitie bij elke operatie is betrokken. Mogelijk speelt daarbij ook nog de regel die binnen de Navo geldt, dat bondgenoten elkaar in Afghanistan te hulp schieten.’
Kamp zei dinsdag in de Kamer dat hij niet weet met hoeveel soldaten Nederland aan de operatie gaat deelnemen.
‘Kamp weet natuurlijk het meeste, hij wordt direct vanuit Afghanistan geïnformeerd. Hij kan dus wel antwoord geven, maar zal dat nooit doen. Dat is ook terecht, want anders brengt hij zijn eigen mensen in gevaar.’
Wat is de rol van de Nederlandse troepen in deze operatie?
‘Dat weet ik niet. Het kan zijn dat ze de basis bewaken of de toegangswegen naar het gebied. Maar voor zover ik weet, zijn ze nog niet eens ingezet.’
De Senlis Council kwam vorige week tot de conclusie dat de Taliban in het zuiden aan het winnen is. Buitenlandse troepen lukt het niet de hearts and minds van de lokale bevolking te winnen. Keek u hiervan op?
‘Ik ben er onlangs zelf geweest en dit verbaast me niets. De Senlis Council is een uitstekend instituut, maar het is wel zo dat het heel moeilijk is hierover iets te zeggen. Er zijn namelijk ook tekenen dat het grove geweld van de Navo de laatste maanden effect heeft gehad. Een aantal Afghaanse stammen is qua loyaliteit aan het verschuiven. Daaruit blijkt maar weer dat niemand het totale plaatje heeft.’
Heeft u de documentaire van Vic Franke over de Nederlandse commandotroepen in Uruagan gezien?
‘Nee, ik was toen in het buitenland.’
Maar u heeft er ongetwijfeld over gehoord. Wat daarmee duidelijk werd, is dat het zo moeilijk is vanuit Nederland te oordelen wat er ter plekke gebeurt. Is dat niet ontzettend lastig, bijvoorbeeld voor de Tweede Kamer?
‘Dat is het ook, vanuit Nederland kun je nauwelijks een oordeel vellen over wat er in Afghanistan plaatsvindt. Maar de parlementariërs kunnen niet anders dan vragen stellen aan de minister. Ik zou dat ook doen als ik Kamerlid was.’
U zei net dat niemand het totale plaatje kent. Daar kun je vanuit Den Haag toch geen beleid op voeren?
‘Dat is het lastige van dit soort operaties. Wat er moet gebeuren, bepaal je dan ook lokaal.’
De Australische minister van Defensie was deze week op bezoek in Nederland. Hij verwacht dat de Taliban zich deze winter gedeisd zal houden. Ze blijven wel actief, maar op een lager pitje. Verwacht u dat ook?
‘Ik kan helemaal niets met dit soort voorspellingen. Operaties van de Taliban zijn per definitie onvoorspelbaar. Vorig jaar dacht men dat ze met een groot winteroffensief zouden komen, dat is niet gebeurd. Het hangt er maar net vanaf wat ze voor ogen hebben en hoe ze dat gaan aanpakken. Daar valt geen pijl op te trekken.’
Het tijdschrift Management Team tipt u als een van de kandidaten om de volgende minister van Defensie te worden. Wat vindt u hiervan?
’Ik ken het onderzoek niet, maar ben vereerd.’
U bent er al eens voor gepolst?
‘Dat klopt, aan het begin van deze kabinetsperiode. De post ging toen naar de VVD.’
U bent D66’er, toch?
(Lacht) ‘Ja, dus het is nu niet aan de orde!’
Heeft u nog een tip voor de nieuwe minister?
‘Niet afwijken van de koers. Als je dat doet, dan ben je weg. Dat zag je in oktober in de Verenigde Staten. De democraten kregen de overhand waarop de republikeinen openlijk gingen twijfelen aan de koers van Amerika in Afghanistan. Op zo’n moment heb je de zaak niet meer onder controle en dan is het met je gedaan. Ze volgen ons daar nauwgezet hoor.’
Hoe dan?
’Gewoon door televisie te kijken en de kranten te lezen.’
Verschenen in PM, 21 december 2006