Nieuwe DG Milieu Saskia Borgers: ‘Onzekerheid is niet goed voor een ambtelijke organisatie’

Met de benoeming van Saskia Borgers als directeur-generaal Milieu heeft het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer weer een vrouw in de top. Een jonge vrouw bovendien, want Borgers telt nog maar 38 lentes. ‘Mijn leeftijd is nooit een belemmering geweest, integendeel.’

Het is even zoeken, maar daar doemt de boerderij van Saskia Borgers op, midden in de West-Friese landerijen. Drie hoge bomen staan statig voor de woning waar de kersverse DG net naar toe is verhuisd, getuige de tientallen onuitgepakte dozen. ‘Het is altijd mijn droom geweest om in een boerderij te wonen,’ zegt Borgers, terwijl ze in de gezellige keuken een cappuccino inschenkt. Ze had dit huis net gekocht toen haar nieuwe functie in het vizier kwam. Als secretaris en algemeen directeur van de gemeente Purmerend zou ze op kleine afstand van haar werk wonen, maar dat wordt nu wel anders.

Den Haag ligt ongeveer 100 kilometer verderop. Hoe reist een DG Milieu naar haar werk?
‘Ik hoop dat er straks een energiezuinige auto komt voorrijden. Jarenlang heb ik met de trein van Hoorn naar Den Haag gereisd, maar tegenwoordig heb je vaak geen zitplaats meer waardoor je er niet goed kunt werken. Het is fijn dat ik straks achterin kan gaan zitten en nergens aan hoef te denken. Ik ben een echte workaholic dus kan de reistijd mooi gebruiken om te werken. Als ik dan ’s avonds thuis uitstap, ben ik ook echt klaar.’

Uw benoeming is tot stand gekomen via de ABD-procedure. Was u op zoek naar een nieuwe baan?
‘Nee, eigenlijk niet, althans niet urgent. Als ik eerlijk ben had ik als gemeentesecretaris nog een paar jaar in Purmerend moeten blijven. Ik heb daar een behoorlijk verandertraject in werking gezet.’

Door uw nominatie voor de titel Overheidsmanager van het jaar 2006 bent u wellicht in the picture gekomen van de Algemene Bestuursdienst?
‘Dat denk ik wel. In januari heb ik een gesprek gehad met Jan Willem Weck, waarin ik aangaf dat ik de stap naar Den Haag wel wilde maken. De gemeentepolitiek is boeiend, maar wel erg lokaal. Ik vind het leuker om mee te werken aan een visie en strategisch gerichte producten die er landelijk toe doen.’

BZK leek Borgers wel wat, zo vertelde ze Weck in het gesprek dat ze in januari met hem had. Waarop hij zei dat ze wel vanuit de inhoud moest redeneren, vanuit haar vakgebied. ‘Dat verbaasde me nogal,’ zegt de van huis uit milieukundige. ‘Ik ben jaren geleden uit mijn vak gestapt en manager geworden waardoor ik net zo goed beslissingen kan nemen over sociale zaken en de Wmo als over milieuvraagstukken. Het doet er voor mij niet toe, ik ben toch integraal manager? Maar nee, dat was volgens Weck niet zo. Zo werkt het niet bij het rijk, zei hij. Maar ik ben nu nota bene in dienst genomen door BZK, dat vind ik bijzonder. Iedereen heeft het over mobiliteit en rouleren, maar in de topmanagementgroep worden we in eerste instantie vanuit ons vakgebied aangezocht.’

Maar over zeven jaar moet u toch rouleren, dan kunt u als manager op een heel andere plek terechtkomen?
‘Zeven jaar, dat is veel te lang. Managers moeten onbevangen kunnen kijken, ruimte laten aan de medewerkers en verantwoordelijkheid geven. Als je je langere tijd identificeert met een eigen eenheid, dan word je een van hen en verlies je het zicht op de mogelijkheden en kansen. Na vier of vijf jaar is een leidinggevende wel klaar, dan is het goed om te rouleren.’

U heeft niet alleen in Purmerend gewerkt, maar eerder ook in Hoorn en tussendoor nog bij de provincie Zuid-Holland. Heeft u in deze functies wel eens in de clinch gelegen met het rijk?
‘Natuurlijk. Tussen de verschillende overheidsniveaus zit altijd ruis, spanning, onbekendheid en onwetendheid. In Den Haag wordt het allemaal bedacht, maar gemeenten en provincies voeren het uit. Op het lokale niveau treft men het ongemak, daar merk je de kinderziekten van beleid. Daarom moet je met elkaar in gesprek blijven. Om de verschillende niveaus elke keer weer op één lijn te brengen, is een hele kunst.’

Uw ervaring bij gemeenten en provincie zal dan wel van pas komen. U weet tenslotte precies waarmee lagere overheden te maken hebben.
‘Mmm, in het begin misschien wel, maar dat verwatert snel. De eerste tijd zal ik nog heel slim roepen dat het zo niet werkt in gemeenten, maar na een jaartje is dat weg. Dat is altijd de pest van mensen die nieuw binnenkomen in een organisatie. Zij hebben een frisse blik, maar passen zich na verloop van tijd volledig aan, dat is gewoon zo.’

Als de leeftijd van Borgers ter sprake komt, slaakt ze een zucht. ‘Voor een DG ben ik heel jong ja. Maar dat ben ik ook voor een gemeentesecretaris. Ik heb mijn leeftijd nooit als belemmering ervaren, integendeel. Sterker nog, het is soms juist handig. Je kunt heel erg onbevangen tegen iets aan kijken, dat is een kracht.’

Met uw komst heeft Vrom weer een vrouw in de top. Heeft dit meegespeeld bij uw benoeming?
‘Los van mijn eigen situatie vind ik dat dit moet meespelen. In alle teams zouden evenveel mannen als vrouwen moeten zitten, dat is goed voor de sfeer, voor de besluitvorming en voor de cultuur. Vrouwen kijken anders dan mannen en mannen kijken anders dan vrouwen. Dat maakt het ook leuk om met elkaar samen te werken.’

Het aantal mannen en vrouwen moet in balans zijn, zegt u. Hoe is uw team op Vrom samengesteld?
‘Niet goed. Er zit maar één vrouw in mijn managementteam en ik ben de enige vrouw in de bestuursraad. Dat is jammer, maar niet tragisch of zo.’

Wat gaat u het eerste doen als u op 17 september bij Vrom begint?
‘Naast inhoudelijke zaken zoals het programma Schoon en zuinig, wil ik op zeer korte termijn met mijn team in gesprek om verbeterpunten vast te stellen. Daarnaast moeten we goed kijken naar de taakstelling. Wat is er allemaal nodig om daaraan te voldoen?’

U heeft al kennisgenomen van de plannen die Vrom heeft om aan de taakstelling te kunnen voldoen?
‘Ja, ik heb alle stukken doorgelezen. De taakstelling van Vrom is fors. Met efficiëntere bedrijfsvoering, minder inhuur van externen en projectmatiger werken alleen, red je het niet. We zullen een groot traject moeten ingaan, daar ga ik naar op zoek. We moeten niet te lang wachten met het doorvoeren van veranderingen. Er is een aantal zaken dat het ambtelijk leven prettig maakt. Dat je weet wat voor werk je gaat doen en wie je leidinggevende is. Dat met een druk op de knop alles werkt. Als dat niet meer goed functioneert, lopen de goede ambtenaren weg, dat is zonde en dat risico wil ik niet lopen.’

Is dat op dit moment niet juist een risico? Ambtenaren weten niet waar ze aan toe zijn, dus gaan ze op zoek naar een andere baan?
‘Onzekerheid is niet goed voor een ambtelijke organisatie. Een ambtenaar is niet voor niets ambtenaar geworden. Een ambtenaar wordt ambtenaar omdat hij op zekerheid zit. Hij functioneert goed door die zekerheid. Als je onzeker wordt, kun je niet goed nadenken. Een ambtenaar denkt na en gaat daarna doen. Mijn stelregel is dus dat het snel moet. Zodat ambtenaren hun zekerheid weer terugkrijgen. Ik ben benieuwd of dat kan bij Vrom, voor deze taakstelling hebben we immers wel vier jaar de tijd.’

Verschenen in PM, 30 augustus 2007

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s