‘Bestuursrechters kijken nu naar het conflict’

Beroepsprocedures nemen veel tijd in beslag en bestuursrechters stellen zich te passief op, bleek vijf jaar geleden uit onderzoek naar de effectiviteit van de bestuursrechtspraak door Bert Marseille, universitair hoofddocent bestuursrecht te Groningen. Hoe is het tegenwoordig gesteld met de bestuursrechtspraak? Vijf vragen aan de onderzoeker van weleer.

Een beroepsprocedure nam vijf jaar geleden zo’n 13 maanden in beslag. Gaat het nu beter?
‘Ik heb de indruk dat er meer werk gemaakt wordt van de termijnen. Procedures gaan tegenwoordig een stuk sneller. Dat heeft ook een keerzijde: zaken worden teveel als stukgoederen gezien. Bestuursrechters maken weinig gebruik van hun bevoegdheden; ze doen nauwelijks onderzoek.’

De rechters stellen zich nog steeds te lijdelijk op?
‘Ja, hoewel er binnen de bestuursrechtspraak wel wordt nagedacht over de procedure. Bestuursrechters houden zich nu niet meer alleen bezig met het beoordelen van de rechtmatigheid van een besluit. Ze kijken steeds vaker of ze iets kunnen met het onderliggende geschil.’

In hoeverre raakt de bestuursrechter daarmee aan het beleid?
‘Rechters zijn daar traditioneel gezien heel voorzichtig mee, hoewel ze met hun uitspraken steeds vaker het geschil willen beslechten. Dat kun je opmaken uit de jurisprudentie: bestuursrechters maken meer en meer van hun bevoegdheid gebruik om zelf in een zaak te voorzien. Als een rechter een motivering voor een sanctie onder de maat vindt, dan kan hij besluiten deze te verwerpen. Vroeger kreeg een bestuurder dan vaak de mogelijkheid een betere motivering te geven. Voor de burger is die nieuwe benadering positief: die weet direct waar hij aan toe is.’

Kun je stellen dat een bestuursrechter het beleid probeert te beïnvloeden met zijn uitspraken?
‘Neen! Het bestuur vindt al snel dat de uitspraken van een bestuursrechter te ingrijpend zijn, maar dat is onzin. Ik heb ooit een verhaal gehouden met als titel Het bestuur heeft van de rechter niets te vrezen. Daar is veel mee gezegd.’

Jarenlang nam de juridisering alleen maar toe. Bespeurt u nu een kentering?
‘Nee. Kijk maar naar de Wabo [Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, CC] die op 1 januari in werking moet treden. Deze wet is bedoeld om het verkrijgen van een omgevingsvergunning eenvoudiger te maken, maar dat is geenszins het geval. Het gevaar is echter dat het er veel ingewikkelder van wordt. Dat is op zich ook niet zo raar. Nederland is zo’n klein land, met zoveel botsende belangen, dan is het logisch dat er veel conflictsituaties zijn en dat het aanleggen van een weg, om maar iets te noemen, veel tijd in beslag neemt. Die vertraging komt overigens niet alleen door de rechter, het bestuur zelf kan er ook wat van. Dat iets lang duurt, is ook niet zo erg. Het geeft je ook de tijd om op ondoordachte beslissingen terug te komen.’

Verschenen als onderdeel van het thema dejuridisering in PM van 3 april 2009

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s