Goochelen met getallen

Hoeveel ambtenaren moeten er deze vier jaar nu precies uit? Ik was altijd in de veronderstelling dat het er 12.800 zouden zijn. Terugbladerend in de Nota Vernieuwing Rijksdienst van twee jaar geleden, waarin de taakstelling wordt uitgewerkt, staat dat getal er toch echt. Nou ja, ‘ongeveer 12.800’, schrijft minister Ter Horst in de nota. Slim om het zo te verwoorden, want het blijken er nu ineens 12.700 te zijn: ongeveer 12.800 inderdaad.

De Algemene Rekenkamer stuurde gisteren een beoordeling van de derde voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer. De vierde rapportage is inmiddels ook al uit, maar die is kwalitatief van aard en daar valt getaltechnisch gezien niets op af te dingen. Volgens de rekenkamer ontbreekt er in de kwantitatieve analyse nogal wat informatie. Zo is er geen overzicht van het verband tussen de nulmeting, de taakstelling en de realisatie per departement. Pardon? Hoe moeilijk is het om goed bij te houden wie wanneer en waar vertrekt? Ingewikkeld blijkbaar, hoewel minister Ter Horst in een reactie bestrijdt dat ze de getallen niet op een rijtje heeft. Ze is zelfs ‘verheugd dat uit de beoordeling blijkt dat de informatie uit de voortgangsrapportage op een goed te beoordelen wijze is gepresenteerd’. Ze heeft blijkbaar een ander rapport gezien dan ik: de rekenkamer komt niet tot deze conclusie, integendeel.
Zolang niet precies duidelijk is hoeveel ambtenaren er waar zijn uitgegaan (om over het aantal dat er inmiddels alweer is bijgekomen maar niet te spreken), is het voor de Kamer ondoenlijk de voortgang van het project te controleren. Als de overheid op dit punt al geen administratie kan bijhouden, vraag je je toch weer eventjes af of al die declaraties die laatst onder druk van een Wob-procedure naar buiten zijn gebracht, wel kloppen.

Plaats een reactie