De vier finalisten van de Futur-verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2015 zijn bekend. Afgelopen vrijdag namen tien kandidaten het tegen elkaar op tijdens de selectiedag bij JS Consultancy in Haarlem. Sahin Ergec, Dagmar Winkelhorst, Maarten van der Meer en Anne-Marleen Dijkhuis kwamen als winnaar uit de bus. Deze week stellen we de vier finalisten voor. Vandaag, last but not least, Dagmar Winkelhorst van de gemeente Midden-Delfland.

Eind januari 2015 won Dagmar Winkelhorst de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar. Lees het interview in VNG Magazine.

Hoe oud ben je en waar kom je vandaan?
‘Ik ben 34 en woon in Leiden. Vanwege het werk van mijn vader heb ik op verschillende plekken in Nederland gewoond. In het kort: geboren in Spijkenisse, opgegroeid in het Gooi, nog even in Noord-Limburg en vervolgens na mijn studie strafrecht en criminologie in Leiden blijven hangen.’

Je werkt bij de gemeente Midden-Delfland en bent vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken (NVVB). Vertel eens?
‘Na mijn studie ben ik per ongeluk bij de gemeente Midden-Delfland terechtgekomen als jurist. Dat was in 2003, dus ik werk hier nu al bijna twaalf jaar. Dat is misschien niet heel normaal voor iemand van mijn leeftijd, maar ik heb ongeveer elke twee, drie jaar een andere functie gekregen, dus zo blijft het leuk om hier te blijven werken. Daarnaast is het een werkgever die veel ruimte en vertrouwen geeft. Ik ben nu hoofd van de afdeling dienstverlening, communicatie en informatie.
‘Daarnaast ben ik vicevoorzitter van de NVVB, dat is een nevenfunctie. Met de huidige directeur heb ik ooit in een soort jonge hondenclubje gezeten, dat meedacht hoe de NVVB van haar oudere mannenimago af zou kunnen komen. Daarop hebben ze me gevraagd plaats te nemen in het bestuur. Deze twee functies maken mijn werkveld heel interessant. Midden-Delfland is klein en lokaal, terwijl ik bij de NVVB op een heel andere manier met dienstverlening bezig ben. Als belangenbehartiger zit ik dan aan tafel met ministeries en grotere gemeenten.’

Hoe was de selectiedag afgelopen vrijdag in Haarlem?
‘Superleuk, maar wel heel vermoeiend! Het is een toffe club mensen, die heel verschillend werk doen en energie halen uit dezelfde motivatie: de wens om zaken bij de overheid te veranderen.’

Wat vond je de lastigste opdracht?
‘Eerlijk gezegd vond ik het allemaal wel leuk om te doen. Als ik toch iets moet noemen, dan denk ik dat ik de pitch waarin ik moest aangeven waarom er op mij gestemd moet worden, het moeilijkst vond. Ik heb het wel in één keer opgenomen, want als je er teveel over nadenkt dan wordt het gekunsteld.’

Welke opdracht ging je het beste af?
‘De presentaties, zowel de individuele als die van de groepsopdracht. Mijn kracht zit in het vertellen van het verhaal. In dit geval over de jonge ambtenaar, die zich – mijns inziens – moet verzetten tegen de bestaande structuren. Gezond eigenwijs zijn en kritisch. Het idee loslaten dat alles wat we doen heeft te maken met het afleggen van verantwoording en het zetten van vinkjes, waardoor iedere vorm van creativiteit doodslaat. Je moet de intrinsieke motivatie weten te bereiken en ambtenaren vrijheid en vertrouwen geven. Daardoor verbetert de dienstverlening en daar doen we het toch voor. Dit doe ik in Midden-Delfland ook. Onlangs was er nog iemand aan de balie die een opmerking had over de bewegwijzering in het gemeentehuis. Mijn collega aan de balie heeft goed naar hem geluisterd in plaats van direct in de verdediging te schieten en uit te leggen waarom wij de dingen hebben gedaan zoals ze zijn. Nu zoeken we samen met hem een oplossing voor het probleem waar hij mee kwam.’

De jury heeft jou aangewezen als een van de finalisten met het argument ‘alles in huis’. Kun je dat uitleggen?
‘Mooi compliment hè! Ik kan alleen maar gissen naar wat de jury er precies mee wil zeggen. Ik hoop dat ze bedoelen dat ik naast passie en overtuigingskracht ook mijn presentatie op orde heb.’

Je heb de andere drie kandidaten vrijdag een beetje leren kennen. Hoe schat je je kansen in?
‘Ik denk dat ik wel een kans maak, omdat ik in staat ben een verhaal goed neer te zetten en ook weet te verbinden. Ik zoek naar de overeenkomsten om van daaruit verder te kijken. Maar het is maar net wat voor type de jury zoekt. Ik kijk ook met waardering naar de andere finalisten, omdat ze bijvoorbeeld heel scherp een boodschap kunnen neerzetten of in hun werk met zaken bezig zijn waar ik veel van zou kunnen leren.’

Verschenen op re.Public, 4 december 2014