De VNG was altijd al voorstander van het uitgangspunt van actieve openbaarheid van bestuur uit de Wet open overheid. Alleen de manier waarop dit vorm moest krijgen, was onuitvoerbaar en veel te kostbaar. Een succesvolle lobby heeft tot aanpassingen geleid. Theo Weterings, burgemeester van Tilburg en voorzitter van de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid, licht toe op welke punten de wet is aangepast.
Het is een bijzondere passage in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III: ‘Het kabinet hecht eraan dat de overheid transparant en open is. Er is een initiatiefvoorstel Open Overheid aanhangig. Er wordt gezocht hoe de verruiming van openheid gestalte kan krijgen zonder hoge kosten voor de organisatie en uitvoering. Het kabinet treedt daartoe in overleg met de initiatiefnemers.’
Zo geschiedde. Minister Kajsa Ollongren (BZK) sprak vorig jaar uitvoerig met – in eerste instantie – GroenLinks en D66, de initiatiefnemers van de Wet open overheid (Woo, zie kader). Nog voordat de VNG zich bij dat overleg kon aansluiten, zocht toenmalig Kamerlid Linda Voortman (inmiddels wethouder voor GroenLinks in Utrecht) contact met Theo Weterings. Als voorzitter van de commissie Bestuur en Veiligheid was hij namens de VNG bij dit onderwerp betrokken. Het was voor de indieners van groot belang dat de koepels, naast de VNG het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW), zouden meepraten over hoe een transparante overheid vorm kan krijgen. Een ‘onuitvoerbaar en kostbaar’ voorstel zou in de Eerste Kamer geen enkele kans van slagen hebben, dat was inmiddels wel duidelijk.
Zorgen
‘Laat er geen misverstand over bestaan’, zegt Weterings. ‘De VNG was altijd al voorstander van de uitgangspunten van de Woo: het bevorderen van actieve openbaarheid van overheidsinformatie.’
De zorgen zaten in een aantal onderdelen. Zo zou er een online informatieregister moeten komen, bestond er een bijna onbeperkte plicht tot openbaarmaking van stukken en leek het erop dat beleidsintimiteit (de persoonlijke mening van ambtenaren over een dossier) geen argument kon zijn om iets niet openbaar te maken. Bovendien werd de reikwijdte van de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob) uitgebreid naar VNG, IPO en UvW.
‘De grootste voetangels en klemmen zijn er nu uit gehaald’, zegt Weterings. In plaats van het inrichten van een online informatieregister wordt de overheid verplicht een meerjarenplan op te stellen over de wijze waarop alle bestuursorganen hun digitale informatie duurzaam toegankelijk maken. ‘BZK neemt hierin het voortouw’, aldus Weterings. ‘Maar ook de VNG en de andere koepels gaan ermee aan de slag.’
Archiefwet
Met de minister is afgesproken dat ze uiterlijk in de zomer van 2019 met een plan voor de eigen bestuurslaag komen. Weterings merkt op dat dit niet al te ingewikkeld moet zijn, omdat het aansluit bij de nieuwe Archiefwet. ‘Er zijn al regels over hoe we onze digitale bestanden moeten archiveren. Het is mooi dat dit nu met elkaar in overeenstemming wordt gebracht.’
Ook zullen gemeenten straks een contactpersoon moeten aanwijzen, die vragen van burgers kan beantwoorden over de beschikbaarheid van overheidsinformatie.
Een ander punt uit de Woo dat op bezwaren stuitte, was de reikwijdte van de stukken die actief openbaar moeten worden gemaakt. In het wijzigingsvoorstel is nu een lijst opgenomen waarin preciezer staat om welke documenten het gaat. Voor sommige documenten kan een uitzondering worden gemaakt op de termijn van veertien dagen die staat voor actieve openbaarmaking. Ook krijgen gemeenten de tijd om hun werkprocessen aan te passen en geldt het verplicht openbaar maken niet voor documenten die zijn vastgesteld voordat de nieuwe wet in werking treedt.
Beleidsintimiteit
Weterings vindt het belangrijk dat het argument van beleidsintimiteit gebruikt kan blijven worden. ‘Onder de Wob is het zo geregeld dat persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren reden kunnen zijn bepaalde informatie niet openbaar te hoeven maken, dat wordt gelukkig goeddeels gecontinueerd in de Woo. Bovendien staat in het wijzigingsvoorstel wat onder persoonlijke beleidsopvattingen wordt verstaan. Je krijgt anders situaties waarbij zaken niet meer op papier worden gezet, maar alleen mondeling worden besproken. Dat brengt voor de ambtelijke diensten extra complicaties met zich mee.’
Een laatste punt waar de VNG blij mee is, is dat de koepels zelf niet onder de Woo vallen, wat de indieners in eerste instantie wel voor ogen hadden. Volgens Weterings is dit niet meer dan logisch: ‘Dat zou een aantasting van de vrijheid van vereniging zijn. De VNG is geen openbaar lichaam, maar een vereniging.’
Financiering
De financiering is nog wel een heikel onderwerp. Hoewel de verwachte kosten ten opzichte van het eerdere voorstel sterk zijn teruggebracht, wijst een maatschappelijke kostenbatenanalyse in opdracht van het ministerie van BZK uit – daarbij geholpen door de gemeenten Rotterdam, Amsterdam, ’s-Hertogenbosch, Den Haag, Dordrecht, Gemert-Bakel en Zeist – dat de invoering van de gewijzigde Woo gemeenten incidenteel zo’n negentig miljoen euro gaat kosten. Voor de jaarlijkse structurele kosten komt de teller op een kleine dertig miljoen euro. Weterings: ‘Dat zijn toch nog behoorlijke bedragen.’
VNG Realisatie stelt momenteel een uitvoeringstoets op om de impact op de gemeentelijke organisatie en de meerkosten van de Woo in beeld te brengen, bij wijze van second opinion. Weterings maakt zich echter geen zorgen. ‘Conform artikel 2 van de Financiëleverhoudingswet is het Rijk verplicht gemeenten te compenseren bij de uitvoering van nieuw beleid. Ik heb er alle vertrouwen in dat de minister niet gaat beknibbelen op geld waar we volgens de wet recht op hebben.’
+++++++++++++++++++++++++++++++++
Waar komt de Woo vandaan?
Al bijna tien jaar wordt er gewerkt aan een wet die de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob) moet vervangen. GroenLinks nam in 2010 het initiatief tot wat later de Wet open overheid (Woo) zou gaan heten, in 2013 sloot D66 zich erbij aan. Het oorspronkelijke wetsvoorstel is in 2016 goedgekeurd door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer besloot de impactanalyse van ABDTOPConsult af te wachten alvorens de Woo te behandelen. De onderzoekers concludeerden dat de nieuwe wet onuitvoerbaar en heel kostbaar zou zijn.
D66 kreeg het voor elkaar dat in het regeerakkoord werd afgesproken dat de minister van BZK met de initiatiefnemers in gesprek zou gaan over mogelijke wijzigingen. In 2018 is hierover – achter gesloten deuren – overleg gevoerd. Begin dit jaar is de Wijzigingswet Wet open overheid ingediend. Deze zogeheten novelle moet de Tweede Kamer nog behandelen, waarna het oorspronkelijke voorstel inclusief de wijziging naar de Eerste Kamer gaat. Het is op voorhand niet duidelijk wanneer de Woo precies in werking treedt. Volgens de indieners kan het nu snel gaan, nog dit jaar, zo lieten ze onlangs optekenen in SC, een nieuwsvoorziening over wet- en regelgeving. Theo Weterings zou dat ‘heel snel’ vinden. ‘Inwerkingtreding per 1 juli 2020 ligt meer in de lijn der verwachting.’
Verschenen in VNG Magazine 5 april 2019