Onlangs kondigden minister Maria van der Hoeven en secretaris-generaal Koos van der Steenhoven van het ministerie van OCW een nieuwe reorganisatie aan. Wat is de gedachte hierachter en hoe reageren betrokkenen?
Amper twee jaar na zijn beruchte 100-dagen speech roept secretaris-generaal Koos van der Steenhoven van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn medewerkers wederom bijeen. Het is woensdagmiddag kwart over vier uur als honderden OCW-ambtenaren zich vanuit hun werkkamers in de Hoftoren naar de begane grond spoeden. Op hetzelfde moment ploft NRC Handelsblad bij de eerste abonnees op de deurmat en wordt de website van de middagkrant ververst. Tegelijkertijd is een brief van minister Van der Hoeven onderweg naar de Tweede Kamer. De krant opent die middag met ‘Grote reorganisatie bij ministerie OCW’, gevolgd door een interview op pagina 3. De kop boven het unieke dubbelinterview met zowel de SG als de minister luidt: ‘Wij zijn stille revolutionairen’. Rob Kerstens, directeur-generaal primair en voortgezet onderwijs, legt de ambtenaren in de hal van het departement uit welke plannen de top voor ogen heeft. Na een uurtje vragen stellen, drinken ze met zijn allen nog een borrel.
Zes dagen later, op precies hetzelfde tijdstip, blikt Van der Steenhoven terug op dat moment. Op de tafel in een van de vergaderruimten op de vijfde etage zet de bode een glas spa rood voor hem neer. Behoedzaam neemt hij een slokje. ‘Maria en ik kunnen het wel van de daken schreeuwen,’ zegt hij. ‘Er gaat een heleboel goed, maar we moeten zorgen dat de departementen hun werk meer maatschappelijk georienteerd gaan verrichten.’ En daarom gaat OCW de organisatie van het ministerie ‘kantelen’. Er zal in de toekomst niet alleen meer sectorgericht worden gewerkt, maar de functies zullen ook worden ingedeeld in thema’s. Dit houdt bijvoorbeeld in dat er niet bij zowel de directie primair onderwijs, de directie voortgezet onderwijs, de directie beroepsonderwijs en de directie cultuur over veiligheid wordt nagedacht, maar dat één directie gaat over de veiligheid in alle sectoren. Op scholen en universiteiten, in musea en theaters en bij de omroepen in Hilversum. Volgens Van der Steenhoven moet deze grootscheepse reorganisatie in 2007, als een nieuw kabinet aantreedt, klaar zijn. ‘De politiek bepaalt welke thema’s belangrijk zijn en daarop moeten wij dan flexibel kunnen inspringen.’
Draagvlak
De reacties op de reorganisatie zijn wisselend. Frans van der Helm, voorzitter van de departementale ondernemingsraad, betreurt het dat hij niet aan tafel heeft mogen zitten toen de plannen bedacht werden. Een paar weken geleden is de ondernemingsraad ingelicht over de voorgenomen reorganisatie. ‘Over deze gang van zaken, zullen wij nog een stevig gesprek voeren met de SG,’ verzekert Van der Helm. Officieel heeft de ondernemingsraad nog geen standpunt ingenomen. Een afspraak met de SG is al wel gepland. Op 20 december ontvangt Van der Steenhoven de afgevaardigden van de ondernemingsraad op het ministerie. ‘We willen het dan vooral met hem hebben over de haalbaarheid van en het draagvlak voor dit plan,’ aldus Van der Helm.
De vakbonden zijn nog niet officieel geïnformeerd. ‘Ik heb in de krant gelezen dat de minister een brief naar de Kamer heeft gestuurd,’ vertelt Alfred Lohman van CNV Publieke Zaak. Hij heeft daarop een aantal parlementariërs gebeld en hij constateert dat het allemaal wel meevalt. ‘Het is geen klassieke reorganisatie,’ meent hij. ‘Het schijnt geen personele gevolgen te hebben.’ Of dat inderdaad zo is, is nog maar de vraag. De minister schrijft in haar brief aan de Kamer dat er nog niets te zeggen valt over de gevolgen van de veranderingen voor de omvang van het ministerie. ‘De omvang is een rechtstreeks gevolg van de politieke ambities, die op hun beurt weer voortvloeien uit maatschappelijke vraagstukken,’ aldus Van der Hoeven. Ook Van der Steenhoven kan hierover geen uitsluitsel geven. De PvdA stelde vorig jaar tijdens de begrotingsbehandeling nog voor het aantal ambtenaren op het departement te halveren. Dit voorjaar kwam de Raad voor Economische Adviseurs, die het parlement van advies dient, met een soortgelijke conclusie. Dat kreeg toen bijval van het CDA. Mochten CDA en PvdA een volgend kabinet gaan vormen, dan zou dat voor de omvang van OCW nog wel eens nadelig kunnen uitpakken. Van der Steenhoven vertelt dat er bij het publiek en in de politiek het ‘onterechte’ beeld bestaat dat ambtenaren op OCW alleen maar regeltjes aan het verzinnen zijn. ‘En men denkt nu het aantal regels te kunnen verminderen door de helft van de ambtenaren te ontslaan,’ zegt Van der Steenhoven. ‘Alsof ambtenaren op eigen houtje regels zitten te verzinnen. Gekker kan het eigenlijk niet.’
Voorbereiding
De plannen, vervolgt Van der Steenhoven, zijn een logisch vervolg op Apollo, de reorganisatie die twee jaar geleden door hem is ingezet, en op de takenanalyse die alle departementen in het kader van Andere Overheid hebben uitgevoerd. Adviseur Rien Meijerink van Het Expertise Centrum heeft de takenanalyse van het ministerie van OCW begeleid. Hij vindt dat de aangekondigde reorganisatie een applaus verdient. ‘Het is heel verstandig van de minister en de SG dat zij dit nu gaan doen.’ Het oordeel van de commissie-Meijerink was niet mals. In het op prinsjesdag gepresenteerde rapport over de takenanalyse staat dat ‘het ministerie van OCW goed te vergelijken is met een verouderd schip dat scheef beladen de grote zeeën van onderwijs, cultuur en wetenschap bevaart. Het schip is duidelijk toe aan een grondige revisie en een nieuwe koersbepaling.’ Van der Steenhoven herkent de metafoor en ziet hierin een bevestiging dat het departement een verandering moet ondergaan.
‘Het schip en de bemanning zijn oké, alleen moet de wendbaarheid wat worden vergroot,’ zegt hij. Meijerink, voormalig SG op het ministerie van OCW, plaatst nog wel een kanttekening. ‘Ik krijg de indruk dat het in een klap moet gebeuren, dat lijkt me niet zo verstandig.’ Hij is van mening dat Van der Steenhoven het model geleidelijk moet invoeren, zodat ook het lopende werk niet in het gedrang komt. ‘Want ook nu moet er nog veel gebeuren,’ aldus Meijerink. Van der Steenhoven reageert door te zeggen dat dit op een misverstand moet berusten. ‘We doen de voorbereidingen juist heel overwogen.’
Andere voormalig ambtenaren van het ministerie van OCW hebben het nieuws over de reorganisatie minder enthousiast ontvangen. Ankie Verlaan, tegenwoordig lid van het gezamelijk college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam, heeft van 1985 tot 1997 op het ministerie gewerkt. ‘Ik vind het belachelijk,’ is haar korte maar krachtige antwoord op de vraag wat ze vindt van de voorgestelde reorganisatie. ‘Aanvankelijk moest ik hard lachen, dacht dat het een grap was,’ vertelt de collegebestuurder. ‘Maar het is triest en treurig.’ Bestuurskundige Walter Kickert, in de jaren tachtig op het ministerie werkzaam, spreekt van ‘dramatische maatregelen tegen de verkokering’. Kickert onderzocht in de jaren negentig de culturen op de departementen en kwam tot de conclusie dat er bij OCW een enorme vechtcultuur bestond tussen de directies. ‘Deze jongste plannen bevestigen alleen maar dat deze vechtcultuur er nog steeds is, daar probeert men nu iets aan te doen.’
Cultuurverandering
Voormalig directeur-generaal beroepsonderwijs Peter Weeda vreest dat de reorganisatie leidt tot verlies van vakinhoudelijke kennis. ‘Het gaat steeds meer om algemeen management,’ constateert hij. ‘De top zit er tegenwoordig ook maar kort, straks is er niemand meer die weet waarover het gaat op het minsterie.’ Het gaat Weeda, die tegenwoordig directeur is van Vektis, een landelijk informatiecentrum voor zorgverzekeraars, allemaal wat snel. ‘Het is een van de vele reorganisaties waarmee de ambtenaren van OCW de laatste jaren zijn geconfronteerd.’ Dat ziet Van der Steenhoven anders. ‘Begin jaren negentig zijn we overgaan op het bestuursraadmodel, dat was een grote reorganisatie,’ legt hij uit. ‘Daarna kwam Apollo, die heb ik begin 2004 ingezet. OCW Verandert sluit hierop naadloos aan.’ Maar wat waren dan Sprong, Van 7 naar 30, Kwaliteit OCW en Rekenschap? ‘Cultuurverandertrajecten,’ meent Van der Steenhoven. ‘Die niet tot nauwelijks hebben geleid tot reorganisatie van het departement.’ Toch vindt Van der Helm van de departementale ondernemingsraad dat de ambtenaren de laatste jaren nogal wat te verwerken hebben gehad met reducties en taakstellingen. ‘Kan het departement deze nieuwe reorganisatie wel aan?’ vraagt hij zich hardop af. Vooralsnog constateert de dor-voorzitter dat er de nodige onrust onder de ambtenaren bestaat. Aan Van der Steenhoven de taak hen te overtuigen van zijn gelijk. Via zijn weblog op het intranet beantwoordt hij de vele vragen die zijn medewerkers stellen. En binnenkort zit hij met verschillende partijen om tafel. Als het aan Ankie Verlaan ligt, hoeft hij hier niet meer aan te beginnen: ‘Als iemand in het bedrijfsleven zo leiding zou geven, zou hij direct ontslagen worden,’ verzekert ze. ‘Die Van der Steenhoven moet een andere baan gaan zoeken.’ Het laatste woord is aan de SG: ‘Ik houd er niet van met modder te gooien en beperk me liever tot de inhoud. Daar hoor ik mevrouw Verlaan niet over.’
Verschenen in PM, 8 december 2005