Ehsan Jami: ‘Ik ben een extremist in mensenrechten’

Eshan Jami, oprichter van het Centraal Comité voor Ex-moslims, bereidt een stap in de landelijke politieke voor. Voor welke partij wil hij nog niet zeggen. Daarnaast werkt de ex-PvdA-gemeenteraadslid aan een film onder de titel: The enlightenment, an interview with Muhammed. ‘Mijn doel is nooit geweest de samenleving te verdelen.’

Op slippertjes slentert Ehsan Jami de lobby van hotel Corona binnen, op een steenworp afstand van het Binnenhof. In zijn kielzog, maar op gepaste afstand, een aantal mannen van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging. Jami, 23 jaar en ex-moslim, liep ooit stage op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat was lang voordat hij een Bekende Nederlander werd door zich op te werpen als representant van de afvalligen. Het Comité voor Ex-moslims dat hij vorig jaar oprichtte, bestaat niet meer, maar Jami zet zich nog steeds in voor zijn idealen.

Vertel eens, waar ben je tegenwoordig zoal mee bezig?
‘Vooral met mijn studie bestuurskunde, ik hoop volgend jaar af te studeren. En daarnaast met mijn film die ik in september ga uitbrengen, daar kijk ik echt naar uit.’

Maar daar zou je toch vanaf zien?
‘Dat denkt iedereen en dat is maar goed ook. Ik zie af van de tekenfilm waarmee ik bezig was. De minister [Hirsch Ballin van Justitie, CC] wilde dat niet en heeft daarvoor duidelijke argumenten gegeven. Mijn doel is nooit geweest de samenleving te verdelen en met de film waarmee ik nu bezig ben zal ik het tegendeel bewijzen. Ik zal laten zien hoe we de samenleving kunnen binden, er oplossingen voor aandragen.’

Een nieuwe film, kun je daar iets meer over vertellen?
‘Ehm…, alleen dat de hoofdrol is weggelegd voor de profeet, Mohammed. De titel is The enlightenment, an interview with Muhammed.’

Werk je daar alleen aan?
‘Uiteraard niet. Zonder disrespectvol te zijn ten opzichte van het project van de heer Wilders, maar dit is geen knip- en plakwerk. Het is een echte film.’

Je bent toch geen filmmaker?
‘Nee, maar ik begin het wel leuk te vinden. Het is een bijzondere wereld, de filmwereld. Heel creatief.’

Spelen er acteurs in de film of is het meer een animatie?
‘Er is één acteur, maar meer kan ik er helaas niet over zeggen. U kunt zich voorstellen dat dat een gevaar zou vormen voor deze persoon.’

Hij speelt Mohammed?
‘Nogmaals, ik kan er verder niets over zeggen. Alleen dat ik er erg naar uitkijk. Natuurlijk loop ik tegen dezelfde problemen aan als Geert Wilders bij het uitzenden ervan. Ik moet nog goed kijken hoe we dat gaan doen.’

Snap je de kritiek die er op de tekenfilm was?
‘Ik begrijp het wel, maar ik snap het niet. Ik ben niet boos op de moslims in Nederland die me bedreigen, ik heb ook geen wraakgevoelens jegens hen. Het is hun onvermogen om te begrijpen waar ik mee bezig ben. Daardoor raken ze gefrustreerd, terwijl ze weten dat ik gelijk heb. Dat doet pijn. Ze weten dat ze fout zitten als het om mensenrechten gaat. Dat kaart ik aan. Hun onvermogen om mij te begrijpen uit zich in een bepaalde reactie. Dat neem ik ze niet kwalijk, totaal niet.’

Het feit dat je niet meer in je eentje over straat kunt – je hebt 24 uur per dag beveiliging – neem je ze dat niet kwalijk?
‘Nee, echt niet. Zij kunnen er niets aan doen. Ik wil moslims niet afschilderen als een stelletje debiele apen of zo, helemaal niet. Maar ik denk wel dat ze deel moeten uitmaken van het proces. En dat proces moeten we versnellen. Daarin verschil ik van de multiculturalisten die beweren dat het over honderd jaar wel beter is. Dat neem ik mensen wel kwalijk. We hebben het hier over vrouwen die lijden, die het daglicht niet zien. Daarover kunnen we toch niet zeggen dat het over een paar generaties wel beter zal zijn? Volgens mij moeten we veel meer denken over hoe het zal zijn als het jezelf overkomt. Dat geldt voor alles. Afrika bijvoorbeeld. Hoe kan het dat, wanneer we op televisie beelden zien van een hongersnood, we zeggen “ach, wat erg” en vervolgens verder gaan met eten? Dat is precies hetzelfde. Het is geen intolerantie, maar onverschilligheid. En dat doet me pijn.
Het maakt me niet uit wat voor verschrikkelijke dingen er in de Koran staan, het gaat erom wat er gedaan wordt. Het gaat er niet om wat Mohammed 1.400 jaar geleden gedaan heeft, dat zal me worst wezen. Het gaat erom dat zijn leven een weerspiegeling is van wat er leeft in de huidige samenleving. Hij is voor moslims een voorbeeld, een held. Net als dat Osama bin Laden een held is, en Mohammed Bouyeri. Dat is een probleem.’

In het boekje Het recht om ex-moslim te zijn dat je vorig jaar hebt geschreven, schrijf je dat Mohammed vroeger ook jouw held was.
‘Dat was ook zo. Ik ben opgegroeid met verhalen die me verteld werden, zelf had ik nooit iets over hem gelezen. Tot vier jaar geleden wist ik niet eens van het bestaan van de Ahadith [islamitische overleveringen over het doen en laten en de uitspraken van de profeet Mohammed, CC]. Dat leer je dus als je boeken leest. Veel mensen zouden er goed aan doen John Stuart Mill te lezen over vrijheid en de betekenis van vrijheid van meningsuiting. Of Nietzsche, of Kant. Het is belangrijk dat zij gelezen worden, zodat men het grotere geheel gaat zien. Ik ben het dan ook fundamenteel oneens met de PVV om de Koran te verbieden. Je moet het juist verplicht stellen.’

Tegelijk met de presentatie van je boek, richtte je het Comité voor Ex-moslims op dat – nog geen jaar later – alweer is opgeheven.
‘Toch is het comité een enorm succes. In Den Haag is afvalligheid en vrijheid van religie op de agenda gezet. Het grote probleem is dat niemand in de openbaarheid wil treden, omdat ze hebben gezien wat het met mij doet. Daarom hebben we het comité moeten opheffen, hoewel ik nog dagelijks veel e-mails ontvang van mensen die blij zijn dat afvalligheid bespreekbaar is geworden. Morgen ga ik in Keulen naar een internationale kritische islamconferentie waar leden van comités uit andere landen bijeenkomen.’

In een aantal Europese landen hebben ex-moslims zich ook georganiseerd. Waarom kan het daar wel?
‘Dat heeft onder meer te maken met het politieke klimaat en de samenstelling van de bevolking. Hier in Nederland hebben we twee politieke moorden gehad, mensen worden hier beveiligd. Dat heb je in Duitsland en Engeland niet. Het debat leeft daar veel minder. Toch is dat gek, want de mensenrechten, vrouwenrechten, afvalligheid en vrijheid van religie zijn mondiale problemen. Het liefst zou ik naar Mekka gaan om het daar aan de kaak te stellen, maar ik ben bang dat ik er niet levend vandaan kom. Ik mag er trouwens niets eens meer naar binnen, dus het is sowieso godsonmogelijk.’

Ineens herinnert Jami zich een voorval van een tijdje geleden toen hij voor een diner van de inmiddels overleden Amerikaanse ambassadeur Arnall was uitgenodigd. De Saoedische ambassadeur was er ook. Jami was in discussie met zijn tafelgenoot Leon de Winter (‘met hem ben ik goed bevriend’) en noemde de koran ‘evil’. ‘Arnall schrok toen ik dat zei en probeerde de boel meteen te sussen,’ zegt Jami. ‘Maar de ambassadeur van Saoedi-Arabië verdedigde zichzelf niet eens. Hij zei letterlijk: “We hebben de sharia in ons land en daar zijn we trots op.” Hij verdedigde dat walgelijke systeem gewoon. Dat begrijp ik dus echt niet, dat je iets kunt verdedigen waarvan je weet dat het inhumaan is. Als er een land is waarover we ons zorgen moeten maken, dan is het Saoedi-Arabië. Ik snap het wel, ik ben ook niet van gisteren. We hebben daar natuurlijk oliebelangen. Maar je kunt niet aan mensen uitleggen dat we wel in Irak binnenvallen en niet in Saoedi-Arabië. We laten de mensen in de steek en dat wil ik niet voor mijn rekening nemen. Er is een nieuwe politiek nodig, een nieuwe manier om hoop in de samenleving te brengen en visie te tonen.’

Je klinkt strijdlustig. Ben je ook met iets concreets bezig om dat te bereiken?
‘Uiteraard.’

Kun je daar iets over vertellen?
‘Ik geloof in stapjes, ik wil eerst mijn studie afmaken en daarna wil ik graag meedingen naar het Kamerlidmaatschap. Vervolgens kan ik pas echt actie ondernemen, dan kan ik met plannen komen.’

Voor welke partij wil je dan de Kamer in?
‘Daar kan ik niets over zeggen.’

Maar daar ben je dus wel mee bezig?
‘Nee, daar ben ik al mee klaar, de gesprekken zijn gevoerd. Nadat mijn film is uitgezonden, in september, gaan we een persconferentie geven.’

Staat die partij achter je film?
‘Nogmaals, daar kan ik niets over zeggen. Het is ook niet relevant. Belangrijk is dat de film een project is waar ik achter sta.’

Niet relevant? De PvdA heeft je anders als een baksteen laten vallen.
‘Dat klopt. Een staatssecretaris van de PvdA heeft me nog gevraagd terug te keren.’

Aboutaleb?
‘Ik noem geen namen. Maar dat is iets wat dus nooit gaat gebeuren.’

Ben je erg teleurgesteld in de PvdA?
‘Enorm! Niet wat ze met mij gedaan hebben, daar heb ik geen wrok over. Het past immers in de traditie van de partij om mensen die anders denken eruit te knikkeren.
D66 profiteert er enorm van, de allochtone kiezers gaan daar en masse naar toe. Maar de PvdA zal het nooit meer worden voor mij. Het heeft ook met principes te maken, die missen ze. De PvdA heeft een ruggengraat als een banaan. Dat geldt overigens ook voor het CDA, die partij is net een draaideur. De huidige coalitie is principeloos, dat irriteert me.’

Het is dus een van de andere bestaande partijen?
‘Ja, maar ik wil wel graag benadrukken dat mijn film een eenmansactie is, het is geen partijpropaganda.’

Maar je loopt niet het risico dat deze partij straks zegt, we staan niet achter de film, we willen er niets mee te maken hebben?
‘Nee, die kans is er niet. Ik ben zo benieuwd wat Nederland ervan gaat vinden. Het is absoluut geen anti-moslimfilm, het is een voorlichtingsfilm. Een heel genuanceerde, mooie film.’

Een film die op instemming kan rekenen van de moslimgemeenschap?
‘Nee, zij zullen het niet zo zien. Maar dat heeft met hun eigen onvermogen te maken. Ik heb het misschien nog nooit zo gezegd, maar eigenlijk ben ik ook een fundamentalist. Een extremist in mensenrechten. Wat zij doen met bomgordels, doe ik met pen en woorden. Ik wil ook tot het uiterste gaan om mijn idealen te verdedigen, omdat ik erin geloof. Hoewel, niet zo uiterst als zij om het met de dood te bekopen, natuurlijk. Uiteindelijk wil ik ook gewoon huisje, boompje, beestje, net als iedereen.’

Met het leven dat je nu leidt, is dat lastig.
‘Nee, dat is niet ideaal. Ik zou graag een relatie willen, maar ik weet dat het niet kan.’

Hopelijk duurt het niet nog jaren eer je zonder beveiliging over straat kunt.
‘Nee, ik wil een jonge vader zijn, dus dat zou dan lastig worden. Maar op een gegeven moment moet je een keuze maken en dan kies je ervoor om dan maar niet die jonge vader te zijn. Iemand anders kan natuurlijk geen slachtoffer worden van mijn daden. Het zou anders zijn als ik al een vriendin had gehad voordat dit gebeurde.’

Is het het allemaal wel waard?
‘Uiteindelijk wel. Ik had natuurlijk liever dat het niet zo was, maar vechten voor je idealen, waar je in gelooft, dat is het mooiste dat er is. Het is niet gemakkelijk, maar ja, wat is gemakkelijk? Je went er nooit aan, al die beveiliging, maar je raakt er wel bekend mee. Ik weet dat die film er in het najaar gaat komen, daar bereid je je dan op voor. Daar vind ik rust in.’

Verschenen in PM, 13 juni 2008

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s