Nel van Dijk (IPP): ‘Populisme leidt tot teleurstelling’

In aanloop naar de Europese verkiezingen hebben nu zo’n 100.000 kiesgerechtigden de Stemwijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek ingevuld. Directeur Nel van Dijk hoopt het miljoen te halen. Een gesprek over Europa, burgerschap, de media en de onafhankelijke positie van het IPP. ‘We krijgen vaak te horen dat we een stelletje ambtenaren zijn.’

Een beetje weemoedig loopt Nel van Dijk de trap op naar de tweede etage van het statige pand aan de Prinsengracht in Amsterdam. Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP), waar de voormalige europarlementariër alweer zes jaar directeur is, gaat fuseren met het Huis van de Democratie en Rechtsstaat. Hoewel het nog niet zo ver is, zal het IPP uiteindelijk naar Den Haag verhuizen.

U en uw medewerkers zullen wel vaak in Den Haag zijn. Dan is het toch juist handig daar kantoor te houden?
‘Dat klopt, we zijn er regelmatig en hebben er nu zelfs een dependance, de Haagse Tribune waar we jaarlijks zo’n 25.000 leerlingen ontvangen.’

Bovendien wil het IPP de politiek en het publiek dichter bij elkaar brengen.
‘Juist, en daarom is het goed om niet in Den Haag te zitten. Als je met je neus op het Binnenhof zit, word je onderdeel van de Haagse kaasstolp. We krijgen nu al vaak het commentaar dat we een stelletje ambtenaren zijn.’

Werkt het in uw nadeel om met de overheid te worden vereenzelvigd?
‘Het is in elk geval niet goed voor het beeld dat we een onafhankelijk instituut zijn dat de kloof tussen politiek en burgers probeert te overbruggen.’

Jullie hebben de Stemwijzer gemaakt, die wordt door veel mensen gezien als een instrument van de overheid.
‘Joost mag weten waarom dat zo is. We krijgen wel subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar dat is niet voor de Stemwijzer. Het geld hiervoor halen we volledig uit de markt.’

Hoe probeert het IPP duidelijk te maken dat het onafhankelijk is?
‘We vermelden het in elk geval overal. Daarnaast proberen we in onze producten inhoudelijk gezien de onafhankelijkheid overeind te houden. We krijgen vaak te horen dat we meer lef mogen tonen. Maar als je meer lef toont, dan neem je al snel een politiek standpunt in en daar blijven we verre van. Voor je het weet krijg je het aan de stok met de ene of andere kant van het politieke spectrum. Dat kan niet. Niet alleen voor burgers moeten we een onafhankelijke partij zijn, dat geldt net zozeer naar de politiek toe.’

U bent al een aantal jaar het boegbeeld van het IPP. U heeft voor GroenLinks in het Europees Parlement gezeten. Krijgt het IPP daardoor niet een links stempel opgedrukt?
‘Veel mensen hebben die neiging, maar ik denk eigenlijk niet dat het met mijn achtergrond te maken heeft. In de politiek weet men wel dat ik lid ben van GroenLinks, maar daarbuiten zijn ze dat allang vergeten, als men het al ooit heeft geweten. Des te belangrijker is het ervoor te zorgen dat het IPP zich niet partijdig gedraagt. Veel van onze medewerkers zijn lid van een politieke partij en ik waak ervoor dat niet iedereen zich in één bepaalde hoek ophoudt. Het zou ondenkbaar zijn dat de adjunct-directeur en ik van dezelfde kleur zijn.’

De campagne voor de Europese verkiezingen is begonnen.
‘Mmmjah… het is begonnen ja.’

U aarzelt. Het houdt niet over?
‘Nee, dat mag je wel zeggen. Het gaat er natuurlijk niet om wat ik ervan merk, ik let er heel scherp op. Het gaat erom wat de burgers ervan merken en dat is nog steeds heel erg weinig. Wat me opviel is dat er vorige week een radioverslaggever in Straatsburg rondliep, waar het Europees Parlement vergaderde. Het ene na het andere item over het EP was in het nieuws. Dus het kan wel.’

U geeft de media de schuld van het feit dat er zo weinig aandacht voor Europa is?
‘Nee, ik geef de media niet de schuld. Er is veel meer aan de hand. Maar het is wel zo dat campagnes tegenwoordig niet meer gevoerd worden via de plakborden op straat of door te gaan folderen. Dat is niet onbelangrijk, maar politici moeten zich vooral laten zien. En ja, dat gebeurt toch met name in de media.’

Vorige week gingen bij Pauw & Witteman negen lijsttrekkers in debat. Dat had toch wel een hoog ons-kent-ons gehalte, met weinig besef van de man in de straat die dat allemaal maar moet begrijpen.
‘Dat is het gekke, van die negen lijsttrekkers zijn er maar twee die nu ook al in Brussel zitten. De vraag is of het anders is bij een nationale campagne. Wat Europa betreft hebben we namelijk best een beetje een rare bril op. De Nationale Jeugdraad heeft laatst onderzoek gedaan naar de vraag of jongeren wel eens op zoek gaan naar informatie over Europa. Driekwart van hen zegt dat nooit te doen. Zo’n vraag wordt nooit over Den Haag gesteld, terwijl ik bijna zeker weet dat de uitkomst hetzelfde is.’

Uw taak is toch juist die twee bij elkaar te brengen?
‘Ja en daar zijn we dan ook helemaal niet tevreden over. Maar ook van politieke partijen mag je wel leiderschap verwachten. Zij moeten het publiek duidelijk maken waar ze voor staan.’

Geert Wilders spreekt een groot deel van Nederland aan. Juicht u dat toe? Hij brengt de politiek misschien wel dichter bij het publiek.
‘Persoonlijk kan ik helemaal niets met dat populistische. De resultaten van die stroming stroken totaal niet met waar ik vind dat het land of Europa naar toe zou moeten. Bovendien vind ik het erg belangrijk dat je de bereidheid toont om daadwerkelijk in debat te gaan, niet alleen met je medestanders maar juist ook met je tegenstanders. Daar ontbreekt het aan.’

Bij Pauw & Witteman was Barry Madlener, de Europese lijsttrekker van de PVV, wel aanwezig.
‘Ja, ze weten heel goed wanneer ze er moeten zijn. De campagne wordt in de media uitgevochten, zoals ik al zei.’

Toch staat de PVV hoog in de peilingen. Het zou zelfs de grootste partij kunnen worden als er nu verkiezingen zouden zijn.
‘Ik zeg altijd maar dat de eerstvolgende peilingen op 4 juni zijn. Waar het mij om gaat is dat duidelijk wordt waar partijen inhoudelijk voor staan. Dat proberen wij dan ook te doen met onze producten. De Stemwijzer is een educatieve tool. We zeggen niet, dit komt eruit dus dat moet u stemmen. We willen dat mensen met hun keuze geconfronteerd worden en erover gaan nadenken. Dat ze in het stemhokje op basis van inhoud een keuze maken en zich niet laten leiden door onderbuikgevoelens.’

Maar mensen maken tegenwoordig toch juist veel minder vaak een keuze op inhoud?
‘Ik ben bang dat dat zo is. Het wordt ook steeds ingewikkelder. Mensen krijgen zoveel informatie te verwerken.’

Staat het IPP dan eigenlijk niet voor een onmogelijke opdracht?
‘Zo zien we dat helemaal niet! We hopen nu een miljoen bezoekers naar de Stemwijzer te trekken, vorige keer was dat de helft.’

Zal de opkomst op 4 juni hoger of lager zijn dan in 2004, toen het 39,1 procent was?
‘Destijds was het 10 procent hoger dan de keer ervoor. Het hangt een beetje van de campagne af, maar ik heb het idee dat er nu meer structureel aandacht voor is. We gaan 50 procent zeker niet halen, daar ben ik niet optimistisch over, maar ik zeg ook niet dat we weer naar 30 procent terugvallen.’

Het IPP geeft veel voorlichting aan jongeren die nog niet mogen stemmen.
‘Het is heel belangrijk mensen te confronteren met de politiek voordat ze naar de stembus mogen. Dan snappen ze wat het betekent als ze eenmaal stemgerechtigd zijn. Uit evaluaties blijkt overigens dat het kennisniveau onder jongeren schrikbarend laag is. Ze weten vaak niet dat Wilders niet onze premier is. Dan weet ik weer waar ik het allemaal voor doe.’

Maar heeft het dan wel zin?
‘Jazeker, iedere kleine stap is er eentje. Mensen zijn heel mondig, ze zitten er absoluut niet mee om hun eigen mening naar buiten te brengen. Dan is het belangrijk dat ze met andere opvattingen worden geconfronteerd. In dat opzicht kunnen ze van de politiek ook iets leren. Daar wordt op een fatsoenlijke manier met andere opvattingen omgegaan. Meestal dan.
Het gaat ook om burgerschap. Hoe verantwoordelijk voel je je voor de samenleving? Er bestaat een relatie tussen je maatschappelijk betrokken voelen en politieke verantwoordelijkheid nemen.’

Is het niet zo dat Wilders juist stemmers trekt die zich wat minder maatschappelijk verantwoordelijk voelen?
‘Daar durf ik geen uitspraak over te doen. In bepaalde regio’s heeft hij meer aanhang dan elders en het aantal hoogopgeleiden dat op de PVV stemt, neemt toe. Het probleem is het populisme in zijn algemeenheid, zonder naar partijen te wijzen. Populisme leidt tot teleurstelling. Je moet eerlijk zijn in wat je kunt bereiken, anders zullen mensen uiteindelijk toch afhaken en dan zijn we verder van huis.’

Verschenen in PM, 15 mei 2009

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s