Vorige week donderdag zag het meesterwerk van voormalig SG Roel Bekker het levenslicht. Marathonlopers rond het Binnenhof heet het lijvige boek waarin de professionele levenswandel van 44 topambtenaren, die tussen 1970 en 2010 actief waren, wordt geschetst. Tijdens de boekpresentatie, waar menig Haags topambtenaar zijn gezicht liet zien, kraakte wetenschapper Jouke de Vries een aantal kritische noten. Het is dan wel geen proefschrift geworden (een raad van De Vries die Bekker heeft opgevolgd), op de onderzoeksmethode heeft de wetenschapper toch een en ander aan te merken.
Want waarom heeft Bekker zich tot 44 topambtenaren beperkt? En is de manier waarop de selectie tot stand is gekomen wel helemaal zuiver? Hoezo kiest Bekker voor de tijdspanne van 1970 tot 2010? ‘Misschien wel omdat hij in 1970 bij de overheid is begonnen en in 2010 afscheid nam als SG,’ speculeert De Vries, die een ontbrekend hoofdstuk over Bekker zelf als grootste lacune van het boek bestempelt. Hij heeft ook nog een aantal aardige woorden voor de auteur: ‘Het is een goed boek met prachtige portretten. Na de empirie komt Bekker ook nog met een aantal interessante bespiegelingen.’
In zijn boek gaat Bekker uitgebreid in op de affaire-Van Lieshout waar hij tien jaar geleden als secretaris-generaal op het ministerie van VWS met zijn neus bovenop zat. LPF-minister Bomhoff wilde niet met DG Gezondheidszorg Van Lieshout samenwerken en vroeg Bekker of er geen andere baan voor hem was. Twee jaar geleden liet Bekker in zijn afscheidsinterview met PM al optekenen dat Bomhoff Van Lieshout destijds ‘niet eens wilde ontmoeten’.
Bekker tegenover PM: ‘Dat kon natuurlijk niet. Samen met de landsadvocaat heb ik hem aan zijn verstand gepeuterd dat er in elk geval een gesprek moest plaatsvinden. Ik heb zelden zo’n raar gesprek meegemaakt. Ze hebben een half uur zwijgend tegenover elkaar gezeten. De chemie tussen die twee was echt nul komma nul. Ik kan me voorstellen dat een minister aangeeft op een gegeven moment niet met een bepaalde topambtenaar te willen werken omdat hij met hem of haar bepaalde plannen niet kan realiseren. Dat moet je als ambtenaar dan ook accepteren. Maar Bomhoff had Van Lieshout zelfs nog nooit gesproken en voerde flinterdunne argumenten aan die ook nog eens waren ingefluisterd door zijn partij, de LPF. Balkenende heeft het in het Kamerdebat dat erop volgde goed verwoord. “Politieke invloeden in het ambtelijke domein: dit was eens maar nooit weer,” zei hij.’
De Volkskrant berichtte vorige week uitgebreid over deze affaire, wat vervolgens door diverse media werd overgenomen. Afgelopen zaterdag stond er een weerwoord van Eduard Bomhoff, inmiddels werkzaam als professor aan een universiteit in Maleisië, in diezelfde krant. Volgens Bomhoff voerde Van Lieshout ‘een eenmansoppositie tegen het kabinet door in het openbaar te beweren dat het financiële kader van het nieuwe kabinet [waar de LPF deel van uitmaakte, CC] slecht was voor de gezondheidszorg’. Daarom wilde hij van hem af. Bomhoff beticht Bekker van leugens omdat die zou beweren dat de LPF-minister ‘onder druk zou staan van de farmaceutische industrie die een topambtenaar wilde met meer sympathie voor de vrije markt’. Volgens Bomhoff is dat ‘echt verzonnen’. In zijn ingezonden brief aan de Volkskrant schrijft hij verder: ‘Bekker noemt ook niet een plaats of tijd van zo’n contact. Het heeft nooit plaatsgevonden.’
Inmiddels heeft de redactie van de Volkskrant alweer een brief van Bekker mogen ontvangen waarin hij ingaat op deze, en andere, aantijgingen. Bekker heeft hierover contact gehad met Van Lieshout en zegt niet te weten waar Bomhoff het over heeft.
Verschenen in PM, 19 april 2012