We kunnen rustig gaan slapen, want volgens minister Plasterk van BZK worden burgers in Nederland niet door de Amerikaanse inlichtingendienst NSA afgeluisterd. Hij geeft toe dat de Amerikanen de gegevens van 1,8 miljoen telefoongesprekken hebben onderschept. Maar, zo schrijft de bewindsman in een brief aan de Tweede Kamer, ‘het gaat hier echter volgens de NSA om metadata’. Wat zoveel betekent dat de Amerikanen wel weten wie met wie op welk moment heeft gebeld, maar dat ze niets weten over de inhoud van de gesprekken.
De Amerikanen benadrukken in een afgelopen week afgelegde verklaring dat ze geen informatie hebben verzameld van Europese burgers, maar dat het gaat om gegevens die worden gebruikt voor militaire doeleinden. De vraag is van welke telefoongesprekken ze die informatie hebben verzameld en waarom het er zoveel zijn. Daar heeft Plasterk geen antwoord op.
Ik weet niet of het wel zo verstandig is van de minister te verklaren dat wij niet worden afgeluisterd. Hij houdt in zijn brief een slag om de arm, door nadrukkelijk de frase ‘volgens de NSA’ te gebruiken, maar of hij daar straks mee wegkomt als mogelijk blijkt dat onze privacy wel op grote schaal is geschonden, is de vraag.
Nederland gaat zich aansluiten bij het Frans-Duitse initiatief om een anti-spionageverdrag te sluiten met de VS, zo schrijft de minister in dezelfde brief. Zolang we in het duister tasten over de exacte bedoelingen van de Amerikanen heeft dat geen enkele zin. Laat ze daarover eerst eens duidelijkheid scheppen.
Verschenen in SC, 7 november 2013