Vanwege de tegenvallende resultaten bij de inburgering van nieuwkomers zouden de gemeenten hierover de regie moeten voeren, zo stelt onder meer de VNG. VNG Magazine ging langs in Harderwijk en de regio Alkmaar, waar de gemeenten steeds meer het heft in eigen handen nemen als het gaat om inburgering en participatie van vluchtelingen.
De vestiging van een asielzoekerscentrum (azc) in Harderwijk verliep de afgelopen jaren niet zonder slag of stoot, maar burgemeester Harm-Jan van Schaik (CDA) blikt met gepaste trots terug op het traject dat de gemeente heeft gevolgd. Unaniem gesteund door de raad besloot het college dat omwonenden mochten meedenken over de voorwaarden waarop het azc er zou mogen komen. ‘We hebben nadrukkelijk niet de locatie ter discussie gesteld, wel de condities’, vertelt Van Schaik.
Harderwijk koos er bewust voor het azc midden in de stad te vestigen, in een voormalige kazerne ‘tussen villawijk en volksbuurt’, zoals de burgemeester het zo mooi omschrijft. ‘Door de centrale ligging van het azc maken we de uitwisseling met de inwoners van Harderwijk zo eenvoudig mogelijk. We vragen de nieuwkomers mee te doen in de samenleving, op deze manier bieden we ze daartoe volop de gelegenheid. Andersom werkt het natuurlijk ook. Om vluchtelingen te laten integreren, zijn vrijwilligers nodig. Als de afstand dan te groot is, omdat het azc aan de rand van de stad is gevestigd of daarbuiten, is er minder bereidheid toe.’
Vanwege de centrale ligging heeft de gemeente aan het COA voorwaarden gesteld voor het type vluchteling dat in Harderwijk opgevangen wordt. Daardoor verblijven er in het azc verhoudingsgewijs veel gezinnen. Op dit moment wonen er zo’n 450 vluchtelingen, er is plek voor 800.
Hoewel het dossier integratie bij het hele college is belegd (‘Het omvat immers zowel volkshuisvesting als onderwijs, arbeidsmarkt en participatie’) voert de burgemeester vandaag het woord. ‘Ik heb het overkoepelende integratieverhaal in portefeuille’, verklaart Van Schaik. ‘Op welke manier leven we samen, hoe kunnen we dat op een goede manier doen en hoe zorgen we ervoor dat iedereen in deze stad een plek mag hebben? Dat geldt voor iedereen: ongeacht achtergrond, nationaliteit en seksuele geaardheid. We zijn blij met wie je bent en we kijken vooral naar wat je kunt. Dát is de grondgedachte van dit college.’
Taal
Als het gaat om integratie van statushouders is de taal essentieel. Van Schaik: ‘Onze wethouder participatie Christianne van der Wal zegt altijd: “Op het moment dat je de taal niet spreekt, kun je de cultuur niet onder woorden brengen.” Zij stelt dat taal een voorwaarde is voor succes op de arbeidsmarkt en dus voor de mate waarin een nieuwkomer kan meekomen in de samenleving.’
Harderwijk start op korte termijn met een nieuwe aanpak, de zogeheten pressure cooker. Zodra een vluchteling een verblijfsvergunning heeft gekregen, gaat de gemeente kijken wie in het gezin de kostwinner is. Dat mag het gezin zelf aangeven, maar de gemeente checkt nog wel of degene die wordt aangewezen inderdaad de beste papieren heeft om op korte termijn in het inkomen van het gezin te kunnen voorzien.
‘Zodra een keuze is gemaakt, dompelen we deze persoon onder in de taal à la de nonnen van Vught’, aldus Van Schaik. ‘De eerste vijf maanden gaan we vol op de taal zitten en focussen we op sociale vaardigheden. Vier dagen per week zijn we met hen bezig. Daarna volgen vijf maanden waarbij we deze statushouders niet alleen taalonderwijs geven, maar hen ook ervaring op de arbeidsmarkt laten opdoen. In de ochtend theorie, ’s middags de praktijk.’ De gemeente wil dit traject verplicht stellen voor de kostwinner van het gezin. De rest van het gezin volgt tegelijkertijd de gebruikelijke inburgeringscursus, die een stuk minder intensief is.
Nota integratie
De gemeente werkt ook aan een Nota integratie. Daartoe wordt een aantal rondetafelgesprekken georganiseerd met uiteenlopende partijen. Zo schuiven bewoners en nieuwkomers aan. ‘We willen onderzoeken welke samenleving we met elkaar willen zijn, wat we van elkaar verwachten én kunnen leren’, aldus Van Schaik. ‘Van mensen die hier nog niet zo lang geleden zijn komen wonen, willen we graag weten wat hen heeft verbaasd en verrast.’
Niet alleen vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië worden hiervoor uitgenodigd, maar ook oud-Harderwijkers, die na jarenlang in Engeland te hebben gewoond vanwege de brexit terugkeren. ‘We willen weten welke belemmeringen iemand tegenkomt als hij of zij in Harderwijk wil participeren.’ Het is de bedoeling dat de nota in april of mei uitkomt. Van Schaik: ‘Deze vormt dan de basis voor de stad die we willen zijn: waar iedereen zich welkom voelt en mee kan doen.’
Op de vraag wat de gemeente van Den Haag of van andere partijen nodig heeft om de integratie van nieuwkomers in goede banen te leiden, heeft de burgemeester een duidelijk antwoord. ‘Kennis’, zegt hij. ‘Een stad als Harderwijk heeft maar een beperkte ambtelijke capaciteit, maar gelukkig zijn er clubs als de Nationale Denktank, VluchtelingenWerk Nederland en OpenEmbassy, maar ook het ministerie van Sociale Zaken, die hun expertise hebben aangeboden.’
Privacy
Een ander punt betreft de privacywetgeving. Van Schaik: ‘We willen als gemeente graag de regie voeren over de inburgering, maar bepaalde wet- en regelgeving zit ons daarbij in de weg.’ Het is bijvoorbeeld lastig van taalaanbieders te vernemen of een statushouder vooruitgang boekt. ‘Daardoor kunnen wij er nauwelijks op sturen.’Van Schaik heeft bij het COA aangekaart dat hij graag wil dat vluchtelingen die in het azc in Harderwijk worden opgevangen, in de regio worden gehuisvest zodra ze een vergunning hebben. ‘Wij investeren fors in onze vluchtelingen, ze beginnen vrijwel direct met taalonderwijs en ze bouwen een netwerk op. Dan vind ik het niet meer dan logisch dat statushouders ook in onze regio worden gehuisvest en niet in Zuid-Holland of Zeeland, zoals nu nog te vaak gebeurt. En dat in onze regio geen statushouders van azc’s uit andere regio’s worden gehuisvest.’
Regio Alkmaar
Dat er geen directe link is tussen de opvang in een azc en de gemeente waar een statushouder terechtkomt, is voor bestuurders in de regio Alkmaar reden met een intensief participatietraject te beginnen ‘op dag 1 van de vergunning’, zegt wethouder Antoine Tromp (D66, Uitgeest). ‘Dan weten we zeker dat ze blijven.’
Toen de vluchtelingenstroom een paar jaar geleden aantrok, besloten de zeven gemeenten in de regio (Alkmaar, Heerhugowaard, Langedijk, Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) nauw samen te werken. De wethouders wonen vormden samen met afgevaardigden van de woningcorporaties en het COA een stuurgroep. Omdat de eerste opvang en de huisvesting van vergunninghouders hierdoor vrij succesvol verliepen, sloot wethouder Tromp, onder andere verantwoordelijk voor het sociaal domein, zich een jaar later bij het gezelschap aan om de integratie en participatie van nieuwkomers in de regio op te pakken. Inmiddels is een intensief programma ontwikkeld dat aansluit op en parallel loopt met het verplichte inburgeringstraject. ‘De basis voor onze aanpak ligt bij de publicatie Geen tijd te verliezen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid’, vertelt Tromp. ‘De WRR concludeert dat er veel tijd verloren gaat in het integratieproces, omdat statushouders eerst inburgeren en daarna pas integreren.’
Sinds 1 mei 2017 loopt er in de regio Alkmaar een programma waarin inburgering, integratie én participatie zo veel mogelijk gelijk opgaan. Vluchtelingen van 18 jaar en ouder met een verblijfsvergunning beginnen al in het azc aan een traject voor maatschappelijke participatie. Na een halfjaar geeft een begeleider van VluchtelingenWerk – de organisatie die de aanbesteding won – een advies over een vervolgprogramma van maximaal een jaar: een begeleid traject richting een opleiding, werk of vrijwilligerswerk. ‘De nadruk van deze aanpak ligt op het meedoen’, zegt Tromp. ‘We gaan niet zitten wachten en volgtijdelijk inburgeren en integreren, maar we doen het parallel.’
Als het kabinet straks besluit dat gemeenten de regie krijgen over de inburgering is de regio Alkmaar er klaar voor. ‘Onze aanpak past hier naadloos in.’ Tromp wil wel graag meer inzicht in de effectiviteit van de aanpak. ‘We zijn momenteel aan het nadenken over een manier waarop we dat het best kunnen onderzoeken.’
De intensieve samenwerking tussen de gemeenten, woningcorporaties en het COA is iets wat Tromp andere gemeenten zou aanraden. ‘Vanuit verschillende invalshoeken hebben we goede discussies gevoerd. Met zijn allen waren we er vrij snel uit hoe het programma eruit zou moeten zien.’
Verschenen in VNG Magazine, 26 januari 2018