Recensie: Europese mandarijnen

‘De Europese Commissie is de Prinses die op de dansvloer van de geschiedenis de wals inzet naar de eenmaking van een heel continent. Zij is gracieus, maar soms nukkig. Zij is doelgericht, maar vaak wispelturig.’ Zo begint Derk-Jan Eppink zijn boek Europese mandarijnen over zijn jaren als ambtenaar (‘mandarijn’) bij de Europese Commissie.

Eppink, die onder meer kabinetslid van Eurocommissaris Frits Bolkestein was, geeft een interessant kijkje achter de schermen van de commissie. Hoe lopen de hazen, naar wie wordt geluisterd, en wie heeft er niets te zeggen? In het tweede hoofdstuk beschrijft Eppink hoe hij, in 1984, als stagiair bij de commissie is binnengekomen. ‘Je moet natuurlijk wel lobbyen voor jezelf,’ luidde het, voor Eppink verrassende, advies van een bevriende student. Nette mensen lobbyen niet, en zeker geen christenen, vond Eppink waarna een prachtige anekdote volgt. Het is haast niet voor te stellen dat zo’n slimme vent als Eppink op dergelijke knullige wijze zijn entree maakt bij de commissie.
Dat Eppink voor Frits Bolkestein heeft gewerkt, moet je als lezer wel weten. Natuurlijk, het staat in de flaptekst, maar in het boek zelf duidt hij zijn baas slechts aan als ‘de commissaris’of ‘mijn commissaris’. Sowieso is Eppink niet consequent in het gebruiken van namen. Soms noemt hij iemand met naam en toenaam (Javier Solana, Ruud Lubbers, Hanja Maij Weggen), een ander duidt hij aan met alleen een voornaam (Lousewies), maar vaak is het raden wie Eppink precies bedoelt. Dat is soms irritant, omdat het nu eenmaal leuker is te weten over wie het precies gaat. Zeker omdat Eppink enig roddelen niet schuwt en hier en daar een steek onder water geeft.
Waar Eppink ook een handje van heeft, is het door elkaar husselen van gebeurtenissen, waardoor je als lezer op het verkeerde been wordt gezet. Zo refereert hij bijvoorbeeld aan de lobby van Lousewies van der Laan tegen de benoeming van Bolkestein als Eurocommissaris. Dat vond plaats in 1999 toen zij nog Europarlementariër was. In een adem door schrijft hij vervolgens dat ze naar de nationale politiek wilde om partijleider te worden. ‘In haar tocht naar de top richtte ze vooral schade aan. In één nachtelijk parlementair debat in Den Haag blies ze drie zaken tegelijk op: de regering, haar partij en haar politieke carrière.’ Dat laatste gebeurde echter zeven jaar later, namelijk in de zomer van 2006.
Tijdens het lezen van Europese mandarijnen is het aardig zo af en toe eens het boek van Eppinks baas Frits Bolkestein erbij te pakken dat hij schreef over de vijf jaar dat hij Eurocommissaris was. Op vrijdag 26 januari 2001 noteert Bolkestein in Grensverkenningen: ‘Vervolgens de Hofstadlezing gehouden: volle kerk met zo’n 300 personen in hartje Den Haag. Goed verhaal, hoofdzakelijk geschreven door Derk-Jan.’ Eppink beschrijft deze lezing, de voorbereiding en vooral de naweeën iets uitgebreider, waarbij hij zijn eigen rol overigens bescheidener presenteert. Anders dan Frits Bolkestein met Grensverkenningen is Eppink er met zijn boek Europese mandarijen in geslaagd een zeer lezenswaardig verhaal te schrijven. Verplichte kost voor elke ambtenaar die een Brusselse carrière als Europese mandarijn ambieert.

Verschenen in PM, 26 april 2007

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s