Rein Willems: ‘Nederland heeft gewoon zitten slapen’

CDA-senator Rein Willems, voormalig topman van Shell, bracht met andere landbouwwoordvoerders een kennismakingsbezoek aan Brussel. Over de heikele kwestie van de biobrandstoffen is Willems gerust gesteld, minder is hij te spreken over het Nederlandse falen inzake de Luchtkwaliteitwet.

Het is dinsdag, de dag waarop de Eerste Kamer vergadert. Rond 13.00 uur staat Rein Willems in de rij voor het buffet. Hij is niet de enige die even snel wil lunchen voordat om half twee de middagsessie begint. Het duurt lang eer de CDA’er zijn lunch – twee bruine bolletjes kaas, een kroket en een glas melk – heeft bemachtigd. Willems ergert zich. ‘Dat ging bij Shell wel anders,’ bromt hij.

U bent net twee dagen in Brussel geweest. Wat is u het meest opgevallen?
‘Ik ken Brussel natuurlijk al vanuit mijn vorige functie als president-directeur van Shell Nederland, maar mijn eerste indruk nu ik daar als Eerste Kamerlid was, is toch de openheid en toegankelijkheid van de mensen. Het is wel een vrij massale aangelegenheid, dat kan ook bijna niet anders met het grote aantal mensen dat er rondloopt. De kritiek van vroeger dat Europa zo bureaucratisch is, herken ik eigenlijk niet.’

U heeft onder meer gesproken met Eurocommissaris Mariann Fischer Boel die over het landbouwbeleid gaat. Wat is het meest opmerkelijke dat u gehoord heeft?
‘We hebben een uitvoerige discussie gehad over biobrandstoffen. In de Verenigde Staten wordt ethanol gebruikt waardoor de graanprijzen enorm zijn gestegen. Op de wereldmarkt heeft dat behoorlijk invloed. Uit mijn tijd bij Shell weet ik dat je juist moet voorkomen op die manier met biobrandstoffen om te gaan. We moeten over naar de tweede generatie, waar gebruik wordt gemaakt van het afval van landbouwproducten.’

Heeft Fischer Boel u op dat vlak gerustgesteld? Gaat de Europese Commissie die kant op?
‘Gelukkig realiseert de commissie zich dat we door die eerste fase heen moeten, er wordt geen specifieke steun gegeven aan de eerste generatie biobrandstoffen. Daar ben ik het erg mee eens. Tegelijkertijd zit er overigens ook wel weer een goede kant aan het feit dat de prijs van landbouwproducten hoog is. Het is lange tijd heel slecht gegaan in de veehouderij en de melkveesector, de prijzen waren historisch laag. De boeren hebben nu wat lucht gekregen, dat hoor ik ook van hen zelf als ik ze op zondag in de kerk tegenkom.’

De Eurocommissaris presenteert eind november haar visie op de toekomst van het landbouwbeleid na 2013. Heeft ze al een tipje van de sluier gelicht?
‘Nee, daar liet ze zich nauwelijks over uit. Terecht, vind ik, want je gaat niet aan de buitenwereld vertellen wat je plannen zijn voordat je ze officieel bekend hebt gemaakt. In het algemeen hebben we het natuurlijk wel over landbouw gehad. Bijvoorbeeld over de ombuiging van directe gelden naar projectgebonden subsidies. Daarbij heb ik benadrukt dat het geld wel bij de boeren terecht moet komen en niet bij de tussenliggende instanties.’

Bent u van mening dat het Nederlandse parlement voldoende bij Europa betrokken is?
‘In Den Haag realiseert men zich veel te weinig hoeveel er in Europa wordt geregeld. In het voorstadium moeten wij dan ook veel harder aan de bak. Velen denken: we doen ons best, hebben van tevoren een beetje invloed, dan wordt het daar in Brussel uitgewerkt en vervolgens gaan we wel eens kijken hoe we het in Nederland gaan doen. Het slechtste voorbeeld daarvan is de Luchtkwaliteitwet. In Brussel is ons gisteren nog maar eens onder de neus gewreven dat Nederland die regelgeving destijds gewoonweg verkeerd geïnterpreteerd heeft, waardoor we onszelf in de nesten hebben gewerkt nu allerlei bouwprojecten zijn stilgelegd. Nederland heeft gewoon zitten slapen.’

U loopt een paar maanden in Den Haag rond als senator en hebt nu een indruk gekregen van de Brusselse bureaucratie. Kun je die twee met elkaar vergelijken?
‘In zekere zin wel, het democratisch proces is nagenoeg hetzelfde. Maar in Brussel hebben ze niet te maken met single issue-partijen, dat is daar dus beter dan hier. Het is juist de taak van de Staten-Generaal om beslissingen te nemen over tegenstrijdige belangen, we hebben dan dus niets aan partijen die zich profileren op single-issues.’

Hoe bevalt het leven als Eerste Kamerlid eigenlijk?
‘Het is me niet tegengevallen. Ik ben senator geworden omdat er maar weinig mensen uit het bedrijfsleven in de politiek zitten. Toen ik bij Shell zat, heb ik me veel met Den Haag bemoeid, het is goed om ook eens de andere kant mee te maken. Ik hoop dat ik het hier, met mijn achtergrond, wat efficiënter kan maken. Als je kijkt naar zo’n dinsdag… De fractie- en commissievergaderingen zijn goed georganiseerd, maar de zittingen zijn nogal archaïsch. Iedereen leest tien tot vijftien minuten een tekst voor van papier en niemand luistert. Dat moet echt anders kunnen.’

Heeft u daar al ideeën over?
‘Daar ga ik nog eens goed over nadenken. Hopelijk ben ik eruit als ik over een jaar of zo mijn maiden speech moet houden. Daar zit ik overigens nog niet om te springen.’

Verschenen in PM Europa, 11 oktober 2007

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s