BZ gooit klasje open

De tweede week van november debatteert de Tweede Kamer over de begroting van Buitenlandse Zaken. Voor Ed Kronenburg (1951) is het zijn eerste sinds hij in maart van dit jaar als SG aantrad. Over de begroting wil hij het niet hebben – ‘daar gaan de ministers over’ – wel over de organisatie van BZ.

U bent al sinds 1975 in dienst van Buitenlandse Zaken. Wat is het grootste verschil tussen toen u destijds binnenkwam als 23-jarige jongeman en nu?
‘In de jaren zeventig was er vooral sprake van wat ik noem de klassieke diplomatie. Het ging heel sterk over politieke verslaglegging. Maar de wereld is inmiddels enorm veranderd. Het aantal samenwerkingsverbanden, zoals de Europese Unie, de VN en de Navo, heeft een ongelooflijke vlucht genomen. Na de ommekeer in 1989 is er veel gebeurd op het terrein van bilaterale betrekkingen. We hebben tegenwoordig posten in landen waarvan we destijds niet konden geloven er ooit een ambassadeur te hebben, in Oekraïne bijvoorbeeld.
Het departement is meegegroeid met internationale en nationale ontwikkelingen. Het toverwoord is tegenwoordig globalisering, dat zie je ook terug in onze begroting. Voor BZ betekent het dat we van vele markten thuis moeten zijn, zoals de kredietcrisis, klimaatverandering en voedselschaarste. Dat zie je terug in de bezetting op de posten. Gemiddeld komt een op de vier beleidsmedewerkers van een ander departement dan BZ. Op sommige posten, zoals de PV in Brussel en Washington, zijn bijna alle departementen vertegenwoordigd.’

Dat betekent dat er veel met andere departementen moet worden samengewerkt.
‘Absoluut.’

Lukt dat een beetje?
‘Ik vind van wel. Er wordt prima samengewerkt met onze collega’s hier in Den Haag. Er is sowieso veel ambtelijk contact in allerlei voorportalen en overlegstructuren. Bovendien worden mensen over en weer geplaatst. Van oudsher beslist Economische Zaken mee over het plaatsen van ambtenaren op de posten.’

Maar samenwerking met de andere departementen is wel iets van de laatste jaren?
‘Nee, enige samenwerking heeft altijd al bestaan. Het is wel zo dat we nu veel meer raakvlakken met andere departementen hebben. Afghanistan is een voorbeeld bij uitstek, daar komt het allemaal samen. Defensie natuurlijk en onze mensen van ontwikkelingssamenwerking. Binnenlandse Zaken als het gaat om politietaken, en Justitie. Het grijpt allemaal in elkaar.’

BZ gaat ook meer samenwerken met de Algemene Bestuursdienst.
‘Dat klopt. Laatst hebben we er een collega bij gekregen op de ambassade in Washington, hij is via de ABD geplaatst. De samenwerking met de ABD moet nog geïntensiveerd worden, waarbij het uitdrukkelijk de bedoeling is dat het gebeurt op basis van reciprociteit. Het is voor ons belangrijk dat BZ-ambtenaren elders kunnen werken om ervaring op te doen, maar mensen van buiten moeten ook bij ons aan de slag kunnen, vanwege hun andere kijk op zaken, dat houdt ons scherp.’

Staan BZ-ambtenaren daar open voor?
‘Daar wordt wisselend over gedacht, zeg ik eerlijk. Men denkt dat het vooral gaat om eenrichtingsverkeer, dat er alleen maar mensen bij komen. Ik probeer duidelijk te maken dat het een two way street is, het kan niet zo zijn dat onze mensen niet elders terecht kunnen. Om die uitwisseling vorm te geven, kun je het beste onderaan beginnen. Dat wil ik bevorderen. We moeten in onze opleiding plaatsen creëren voor ambtenaren van andere departementen, met name voor degenen die in werk met internationale zaken te maken hebben.’

Dus het BZ-klasje wordt opgesteld voor mensen van buiten?
‘Nou, opengesteld… We hebben een opleiding en kunnen aan andere departementen vragen of ze geschikte kandidaten hebben die daaraan mee kunnen doen. Na de opleiding gaan ze aan de slag op hun eigen departement. Op deze manier creëer je van onderaf een ambtenarencorps van mensen die elkaar kennen, over en weer inzetbaar zijn en eventueel internationale functies kunnen vervullen.’

U doelde daarnet op Gerard van der Wulp, voormalig DG van de RVD, die nu tweede man in Washington is. Er is nogal wat kritiek geweest op deze benoeming omdat hij niet uit BZ-gelederen komt, dus geen diplomaat is.
‘Hij is natuurlijk wel een diplomaat. Niet in de klassieke zin dat hij het klasje heeft doorlopen, maar als je als DG van de Rijksvoorlichtingsdienst geen diplomaat bent, nou, haha, dan is je geen lang leven beschoren.’

Nog even over de taakstelling, ruim 12 procent van de BZ’ers moet eruit. Hoe staat het daarmee?
‘We hebben in kaart gebracht waar en hoe we ons ambtelijk apparaat gaan inkrimpen. We moeten nu alleen nog bepalen in welke volgorde we dat gaan doen. Niet alle 421 fte verdwijnen in een keer, dat wordt uitgesmeerd over drie jaar. De directies hebben net hun plannen van aanpak ingeleverd, dus halverwege de volgende maand wordt duidelijk wanneer wat gaat gebeuren.’

Het DG Regiobeleid en Consulaire Zaken verdwijnt. Komt daar nog iets voor in de plaats?
‘In onze blauwdruk voor de organisatiestructuur van het departement in 2012 houden we rekening met een vierde directoraat-generaal, maar dat gaat niet meer over regioaangelegenheden. Vooralsnog noemen we dit DG Consulaire Zaken omdat we daar in onze structuur natuurlijk nog wel een plaats aan moeten geven. Het zou kunnen dat de leiding van de ondersteunende taken ook daar terechtkomt.’

Dat zou betekenen dat de plaatsvervangend SG op termijn verdwijnt?
‘Dat is mogelijk, maar dat laat ik afhangen van de reorganisatie die plaatsvindt bij de ondersteunende sectoren. We hebben nu bijna twintig directies met ondersteunende taken, dat gaan we clusteren naar vijf. De vraag is of die worden aangestuurd door de PLVS [pSG in BZ-jargon, CC] of door een DG.’

De posten krijgen ook te maken met de taakstelling. Gaan er ambassades verdwijnen?
‘Nee, er verwijnen geen ambassades, wel een aantal consulaten-generaal, die in Montreal bijvoorbeeld en in Frankfurt.’

Zouden er niet een paar ambassades in Europa dicht kunnen, nu er in Europees verband zoveel wordt samengewerkt?
‘Juist niet. Het lijkt een paradox, maar doordat er op Europees niveau zoveel samenwerking is, is er juist meer bilateraal overleg nodig. Veel informatie halen we uit Brussel, maar we willen hier in Nederland natuurlijk graag weten hoe er in Londen wordt gedacht over de kredietcrisis.’

Nog een laatste vraag. De Telegraaf schreef onlangs dat er door de benoeming van Aboutaleb als burgemeester van Rotterdam een bewindsliedencarrousel op gang gaat komen. De krant suggereerde dat minister Verhagen naar Economische Zaken gaat.
‘Ik las het ja. En de minister ook.’

En?
‘Fabeltjes!’

Verschenen in PM, 7 november 2008

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s