Een kwart van alle topfuncties bij de rijksoverheid moet over twee jaar door een vrouw bezet zijn. Als dat niet lukt, dan moet er maar een quotum worden ingesteld, vinden Joan Ferrier en Sabine Kraus van het kenniscentrum voor emancipatie en diversiteit E-Quality. ‘Als je alles hebt ingezet en het is niet gelukt, dan is quoteren gerechtvaardigd.’
‘Sommige ministeries moeten zich schamen,’ roept Joan Ferrier, directeur van E-Quality, verontwaardigd uit. Ze wijst naar cijfers van de Algemene Bestuursdienst over het aantal vrouwen in de top van de rijksdienst. Anno 2009 is nog niet eens 1 op de 10 topambtenaren op het ministerie van Financiën vrouw. Ook Economische Zaken scoort slecht: slechts 11,8 procent van de topfuncties op het departement wordt door een vrouw vervuld. Aan de andere kant van het spectrum zit het ministerie van OCW, waar 37,5 procent van de topambtenaren vrouw is – overigens 5 procent lager dan een jaar geleden. Daarmee komt het gemiddeld aantal vrouwen werkzaam bij de rijksdienst in schaal 15 en hoger op 20 procent. Het kabinet heeft nog twee jaar om het aantal op te trekken naar 25 procent, zoals CDA, PvdA en ChristenUnie in het coalitieakkoord hebben vastgelegd.
Concreet betekent het er in 2009 en 2010 nog zo’n veertig vrouwen op hoge posities moeten worden benoemd. Uit cijfers van de ABD blijkt dat er op 1 januari van dit jaar 599 mannen en 150 vrouwen in de top van de rijksdienst werkzaam zijn. Pas als er van de in totaal 749 ABD-functies 188 door een vrouw worden vervuld, is de 25 procent bereikt. Gezien het feit dat er in 2008 25 vrouwen op dergelijke functies zijn benoemd – tegenover 42 mannen – moet het te doen zijn, mits hetzelfde tempo wordt aangehouden.
Bescheiden
Volgens Ferrier en Kraus is 25 procent een haalbaar streven. ’Het is wel een bescheiden doelstelling,’ vindt senior beleidsmedewerker Kraus. ‘Het einddoel is natuurlijk 50 procent, maar de helft daarvan is realistischer.’ Het percentage klimt gestaag. Vlak voor het aantreden van het kabinet-Balkenende IV stond de teller op 16,7 procent, begin 2008 op 18,2 procent en nu dus op 20 procent. ‘Er moet in twee jaar tijd nog wel 5 procent bij, dus er moet hard aan getrokken worden,’ zegt Ferrier. ‘Het gaat niet vanzelf.’
Er zal beleid moeten worden ontwikkeld, vinden de dames van E-Quality. ‘Het talent dat al in huis is, moet kunnen doorstromen naar hogere functies,’ zegt Ferrier. ‘Een goede opleiding voor het middenmanagement en de mensen van de HRM-afdelingen is daartoe noodzakelijk.’ Probleem is natuurlijk dat het middenmanagement vooral uit blanke witte mannen bestaat. Kraus knikt: ‘Wat naar hun idee goed is, is gerelateerd aan wat ze zelf zijn. Als je je onvoldoende bewust bent van het feit dat kwaliteit ook in een ander kan zitten en dat het een toegevoegde waarde kan hebben, dan blijf je personen kiezen die op jou lijken.’ Ferrier voegt toe: ‘Dan heb je het over het old boys network. Mensen kennen de kwaliteiten van de personen die ze tegenkomen en tippen hen voor banen. Je moet dwars door dat soort stereotype bewegingen heen.’ Op de sleutelposities moeten managers zitten die goed weten hoe je met diversiteit en talent omgaat, vindt Ferrier. ‘Daar valt nog een behoorlijke wereld te winnen, op bijna ieder departement.’
Werk aan de winkel dus. Niet alleen voor minister Guusje ter Horst die over het overheidspersoneel gaat, maar ook voor de minister met emancipatie in portefeuille, Ronald Plasterk. Ferrier en Kraus zijn overigens best te spreken over zijn inspanningen op het brede terrein van de emancipatie. ‘Hij vindt dat alle andere ministers er zelf verantwoordelijk voor zijn emancipatie mee te nemen in hun reguliere beleid,’ zegt Ferrier. ‘Dat is heel goed, maar als coördinerend minister moet hij het proces ook sterk monitoren, anders bereik je te weinig.’
Mocht het niet lukken die 25 procent vrouwen in de top van de rijksdienst te realiseren, dan moet er een quotum worden ingesteld, vindt zowel Ferrier als Kraus. ‘Als je alle andere middelen hebt ingezet en het is niet gelukt, dan is dat gerechtvaardigd.’ Kraus vermoedt dat het opleggen van een quotum nogal wat weerstand zal opleveren. ‘Dan krijg je het verhaal van Excuustruzen en Alibi Ali’s,’ zegt ze. ‘Je wilt niet worden aangenomen omdat je een vrouw bent, maar vanwege je kwaliteiten, dat soort argumenten.’ Het principe van gelijke kansen wordt wel losgelaten bij quotering, voegt Ferrier toe. ‘Bepaalde personen geef je in zo’n geval iets meer kans, dat is natuurlijk geen ideale situatie. Maar met een quotum bied je tegenwicht, dat is het mooie ervan. Op het moment dat het aantal vrouwen in de top van de rijksdienst wat meer is opgetrokken, kun je weer stoppen met quotering.’
KAMER VERDEELD OVER QUOTUM
De PvdA kan ‘zich wel iets voorstellen’ bij het invoeren van een quotum mocht de doelstelling van 25 procent vrouwen in de ABD-groep niet worden gehaald, zo laat Pierre Heijen weten. Maar hij verwacht dat het niet nodig is. ‘We zitten op schema, laten we nu gewoon afwachten. In 2011 heeft Guusje dan een geweldige prestatie geleverd.’
Ook GroenLinks is voorstander van het opleggen van een quotum. ‘Je moet er niet te snel mee beginnen, maar we praten hier al zo lang over, het wordt tijd dat er iets gebeurt,’ zegt Ineke van Gent. Ze zet overigens vraagtekens bij de manier waarop Ter Horst en Plasterk het aantal vrouwen op topposities berekenen. ‘Ze beginnen al bij schaal 15, hoe lager je begint, des te eerder je het percentage bereikt,’ aldus Van Gent die hierover eerder al vragen stelde. ‘Een beetje een flauwe rekenmethode.’
‘Excuses hoor, maar schaal 15 is wel een ABD-functie,’ reageert Corien Jonker van het CDA die vóór haar carrière in de politiek een HRM-functie op het ministerie van Justitie had. ‘Het is directieniveau, dus dat vind ik wel topfuncties.’ Van een quotum is Jonker ‘nooit een voorstander geweest’. Ze wil er ook niet op vooruitlopen. ‘Ik ga ervan uit dat de doelstelling wel gehaald wordt.’
De SP geeft het kabinet voorlopig het voordeel van de twijfel. ‘Die 25 procent moet op zich te halen zijn, hoewel het niet vanzelf gaat,’ zegt Sadet Karabulut. Ze is ‘niet zo happig’ op het invoeren van een quotum. ‘Het gaat erom wat er aan de basis gebeurt. Daar moeten belemmeringen die de doorstroom tegengaan weggenomen worden.’
‘Een quotum? Nee, daar ben ik absoluut geen voorstander van,’ reageert VVD’er Brigitte van der Burg die wel fiducie heeft in minister Ter Horst. ‘Zij zit er redelijk achteraan, meer dan minister Plasterk.’
Verschenen in PM, 6 februari 2009