De Tweede Kamer moet veel eerder bij Europese beleidsontwikkeling worden betrokken, vindt SP-lijsttrekker Dennis de Jong. ‘Een ambtenaar heeft dan enorm veel power in de onderhandelingen.’
Begin dit jaar voerde Dennis de Jong een gesprek met Jan Marijnissen. ‘Jan vroeg hoe ik de campagne voor me zag,’ vertelt de lijsttrekker voor de Europese verkiezingen in zijn tijdelijk onderkomen in het Tweede Kamergebouw. ‘Ik was van plan in september bij Buitenlandse Zaken weg te gaan, aan het begin van het Europese parlementaire jaar. Jan dacht daar anders over. Het leek hem niet handig om overdag bij BZ te werken en daarnaast campagne te voeren. Toen heb ik de knoop doorgehakt en ben per 1 maart met buitengewoon verlof gegaan. Dat betekent dat ik over vijf jaar weer terug kan keren bij de rijksoverheid. Nu ik midden in de campagne zit, merk ik dat het volstrekt onhoudbaar was geweest om mijn baan vol te houden. Als lijsttrekker ben je toch ook mede-campagneleider en moet je overal je gezicht laten zien.’
Bij het grote publiek bent u niet zo bekend. Is dat geen nadeel voor een lijsttrekker?
‘Ik ben geen bekende Nederlander nee, dat klopt. Daarom ga ik de komende tijd veel op pad, het land in. Folderen op de markt en debatten voeren in cafés. Het is belangrijk te weten wat de mensen op straat vinden, waar ze zich druk om maken en wat hen bezighoudt.’
Een groot verschil met uw werk bij Buitenlandse Zaken?
‘Nogal ja. BZ staat soms wat veraf van wat er op straat gebeurt. Als ambtenaar ben je veel met het buitenland bezig. Je hoort op het departement niet wat Nel van drie hoog ergens van vindt.’
U bent al langer actief in de SP. Was dat wel te combineren met uw baan als ambtenaar?
‘Ik ben naar mijn leidinggevende toe altijd heel open geweest over mijn werkzaamheden voor de SP. Ik voer actie, maar vooral over lokale onderwerpen. De stedenband tussen Rotterdam en Gaza bijvoorbeeld. Een heel persoonlijke actie direct gericht tegen de minister, dat kan natuurlijk niet.’
Wat valt u het meest op nu u niet meer bij het rijk werkt, maar fulltime politicus bent?
‘Het ambtelijk en het politiek denken verschilt echt enorm van elkaar. Als ambtenaar was ik vaak met de minister mee naar de Tweede Kamer. Dan had ik nogal eens het idee dat Kamerleden het niet zo goed hadden begrepen. Nu ik politicus ben, kom ik erachter dat er heel veel op je af komt. Je moet overal iets van weten en genoegen nemen met minder diepgang. Dat neemt niet weg dat je als politicus de plicht hebt om te weten waar het over gaat, maar je kunt gewoonweg niet zo diep gaan als een ambtenaar.’
Een van de punten uit uw verkiezingsprogramma is dat de Tweede Kamer veel eerder bij Europees beleid betrokken moet worden. Hoe kijken ambtenaren daar eigenlijk tegenaan. Vinden ze dat niet alleen maar lastig?
‘Integendeel. Ik had het heel fijn gevonden als de minister mijn instructies met de Kamer had besproken. Dat er discussie in het parlement was geweest over mijn mandaat in Brussel. In Denemarken doen ze dat bijvoorbeeld. Met als gevolg dat ambtenaren uit andere landen rekening houden met het Deense standpunt. Dat geeft zo’n ambtenaar enorm veel power.’
U klinkt helemaal niet zo eurosceptisch. Bent u wel lijsttrekker van de juiste partij?
‘De SP is eurokritisch, maar niet eurofoob, dat is een groot verschil. We houden van Europa, maar wat minder van Brussel. In Brussel is sprake van doorgeslagen aandacht voor concurrentie en marktwerking. Om tegen de schaalvergroting te stemmen, moet je wel in het Europees Parlement zitten. Het heeft geen zin om net als Wilders te zeggen dat het EP opgeheven moet worden.’
Op hoeveel zetels rekent u eigenlijk?
‘Ik hoop in elk geval op flinke winst. In de laatste peiling staan we op vier zetels, een verdubbeling van het huidige aantal. Dat zou niet alleen een feestelijke verkiezingsuitslag zijn, maar het brengt ook praktische voordelen met zich mee, omdat je recht hebt op meer medewerkers.’
Gaat u in Brussel wonen?
‘Ik blijf in Rotterdam, maar heb wel een appartementje in Brussel gevonden. Ik zal daar ongeveer 60 procent van mijn tijd doorbrengen.’
Brussel is een dure stad. Als SP’er draagt u een groot deel van uw salaris af aan de partij. Is dat wel te doen?
‘Het is zo duur als je het maakt. In Brussel wonen ook veel mensen met een kleine beurs. Je kunt natuurlijk in dure restaurants gaan eten, maar een frietje op de hoek is ook lekker.’
+++++
WIE IS DENNIS DE JONG?
Dennis de Jong (1955) begon zijn ambtelijke loopbaan in de jaren zeventig met het klasje van Buitenlandse Zaken. Daarna heeft hij bij SZW en Justitie gewerkt en vervolgens een tijdje in Brussel, eerst bij de Europese Commissie en daarna bij de permanente vertegenwoordiging. Terug in Nederland heeft hij voor Justitie een anticorruptie conferentie georganiseerd, waarna hij werd gedetacheerd naar BZ als speciaal adviseur mensenrechten en goed bestuur. In 2000 is De Jong gepromoveerd op het onderwerp godsdienstvrijheid.