Vanaf de zijlijn heeft Jeroen Been (47) zich de afgelopen tijd al beziggehouden met zijn nieuwe job. ‘De organisatie is in opbouw en kwartiermaker Dirk Jan de Bruijn is de pool met ICT-interimmers momenteel aan het invullen. Ik wil natuurlijk wel weten welke ambtenaren ik straks ga verhuren aan de departementen, dus met een aantal van hen heb ik alvast kennis kunnen maken.’

Hoe groot wordt de pool van I-Interim?
‘Op dit moment hebben we ongeveer 20 mensen aangenomen en er lopen nog 15 procedures. Na de zomer gaan we kijken of we de pool kunnen uitbreiden. Als we zien dat het aantal opdrachten blijft toenemen, kunnen er ook weer mensen bij.’

Zijn ze allemaal afkomstig van de rijksoverheid?
‘Ja. De eerste 35 hebben we met gemak uit het overheidsveld gehaald. Dat was geen enkel probleem.’

Gaan jullie je in de toekomst ook op ICT’ers uit het bedrijfsleven richten, of is het voor hen niet interessant?
‘Interessant is het zeker, maar ik weet niet of dat nodig is. Als we op een gegeven moment uitgewinkeld zijn bij de overheid, dan kunnen we ons op de markt richten. Maar we moeten daar realistisch in zijn. We hebben met een sterk krimpende overheid te maken, dus voorlopig is dat niet aan de orde.’

Verdienen ICT’ers in het bedrijfsleven niet veel meer dan bij de overheid?
‘Nee, dat is een illusie. Natuurlijk ben ik er wel iets op achteruit gegaan toen ik mijn baan bij Ordina verruilde voor een functie bij het ministerie van VWS, maar ik heb er andere zaken voor teruggekregen. ADV–dagen bijvoorbeeld, die had ik bij Ordina niet. Bovendien had ik destijds veel avondvergaderingen, ik was wel twee of drie avonden per week aan het werk. De balans tussen werk en gezin is bij VWS veel beter.’

ADV-dagen en een 9 tot 5-baan zijn destijds vast geen reden geweest om over te stappen naar de overheid.
‘Nee, dat klopt. Bij Ordina was ik veel te veel bezig met spreadsheets om te bepalen wat mijn kosten en opbrengsten waren, zodat ik wist of ik een positieve week had gedraaid. Daarmee ben je heel erg op de korte termijn gefocust en verlies je de lange termijn uit het oog. Op zich logisch dat dat gebeurt bij een door aandeelhouders gestuurd bedrijf, maar ik vind dat je breder moet kunnen kijken.’

Heeft u dat bij de overheid gevonden?
‘Ja, dat is wel gelukt. Het aardige is dat ik nu met I-Interim een soort bedrijf binnen de overheid ga leiden. Een bedrijf dat een partner is voor de departementen, met professionals die de overheid van binnenuit kennen.’

Noemt u eens een paar voorbeelden van projecten waar uw mensen terechtkomen?
‘We leveren de programmamanager van de consolidatie van de datacenters, drie van onze mensen gaan aan de slag bij het project 3F, waarmee de financiële administratie van Financiën, SZW en VWS wordt gebundeld, en er gaat een programmamanager aan de slag bij Leonardo, het financiële systeem van Justitie. Je ziet, dit zijn hele interessante opdrachten voor ICT-professionals.’

Wanneer is I-Interim geslaagd?
‘Als het de overheid lukt om met mensen van I-Interim meer grip te krijgen op de grote ICT-projecten.’

Meer grip?
‘ICT-projecten kenmerken zich door factoren als niet binnen de geplande tijd realiseren en meer kosten maken dan beoogd. Dat is bij de overheid in nog wat grotere mate aanwezig dan bij andere partijen. We zijn als I-Interim geslaagd als we hierin beter dan de markt presteren. Dat is een hele hoge doelstelling volgens mij.’

Verschenen in PM en op PM.nl, 1 april 2011