Na meer dan 500 dagen formeren ging er in België dan eindelijk een nieuwe regering aan de slag. Onder de nieuwe minister van Ambtenarenzaken zal er fors moeten worden bezuinigd. De directeuren P&O van de federale overheidsdiensten stelden een advies op dat de nieuwe bewindspersoon met ideeën moet voeden om tot besparingen te komen. Bijkomend voordeel van de nieuwe regering: er kunnen weer topambtenaren worden benoemd.
Het was een berichtje in het Belgische weekblad Knack dat dit najaar de aandacht trok. De federale overheid van onze zuiderburen zou in een paar jaar tijd met 7 procent zijn afgeslankt. Er zouden maar liefst 10.000 ambtenaren minder zijn dan toen de regering-Leterme aantrad. Waarom zou het in België wel lukken, terwijl Den Haag blijft worstelen met een kleinere overheid?
P&O-directeur Jan Bogaert van de Belgische Federale Overheidsdienst (FOD) van Justitie – vergelijkbaar met ons ministerie (zie kader) – helpt ons snel uit de droom. ’10.000 ambtenaren minder? Dat is een sprookje. Er zijn wel minder ambtenaren, maar door allerlei nieuwe projecten zijn er ook weer een heleboel bijgekomen. De échte besparingen staan ons de komende jaren te wachten.’
PM spreekt Bogaert op een tumultueus moment. Het is de vrijdag van de week waarin na ruim 500 dagen formeren eindelijk een akkoord is bereikt tussen zes partijen. Die ochtend demonstreerden zo’n 80.000 vakbondsleden in Brussel tegen de ‘onrechtvaardige en onevenwichtige’ besparingsmaatregelen van de regering-Di Rupo in spe. In het weekend dat erop volgt, spreken de partijcongressen zich uit voor het regeerakkoord. Als het goed is, meldt maandag 5 december een nieuwe ministersploeg zich bij de Koning en inmiddels weten we dat dat het geval is.
Witboek
Bogaert heeft op deze vrijdagmiddag het regeerakkoord al in handen en kijkt niet erg vrolijk. ‘De budgetnota van deze nieuwe regering belooft weinig goeds,’ zegt hij. ‘Bovenop de klassieke besparingen van 0,7 procent zal er de komende jaren fors bezuinigd moeten worden op de federale overheid. Dan hebben we het over 120 miljoen euro in 2012, 210 miljoen het jaar daarop en maar liefst 220 miljoen in 2014.’ In maart 2012 moet er een plan klaarliggen om deze bezuinigingen in te vullen, parafraseert Bogaert de tekst uit het daags daarvoor bereikte akkoord. ‘Wat dit betreft kunnen we constateren dat ons plan geslaagd is.’ Bogaert doelt op het advies dat hij samen met de andere P&O-directeuren heeft opgesteld om in de periode 2011-2014 ‘meer te doen met minder’. Je kunt het zien als een soort witboek met bezuinigingsvoorstellen waar we de politiek voor nodig hebben, vervolgt hij.
We nemen een paar van die voorstellen (in totaal zijn het er tien) uit het actieplan Invest to save, save to invest met hem door. Zo willen de P&O-directeuren geld besparen met het opzetten van een shared service centrum voor personeels- en loonadministratie. Onder andere het Haagse P-Direkt dient als voorbeeld. ‘We hebben contacten met jullie ministerie van BZK, maar ook met de Europese Commissie omdat daar al een transformatie is doorgemaakt, die wij op dit vlak beogen,’ aldus Bogaert. Een eerste business case is opgesteld. ‘Dat moeten we nu nog raffineren om presentabel te maken’, zegt Bogaert. Een ander voorstel uit het actieplan is meer aandacht voor sterk leiderschap en good governance. Bogaert legt uit: ‘Een topambtenaar, die heten bij ons mandaathouders [zie kader, CC], heeft een mandaat voor zes jaar, wat maximaal een keer kan worden verlengd. Na een jaartje of acht krijgt hij of zij misschien wel een déja vu-gevoel. Op zo’n moment moet iemand naar een andere functie kunnen doorstromen en dat is bij ons nu vrij lastig. Je moet dan allerlei tijdrovende selectieprocedures door, die veel geld kosten. We willen komen tot een soort poolvorming van topambtenaren, wat bij de Waalse overheid al het geval is.’ Het model van de Haagse Algemene Bestuursdienst zou volgens Bogaert mogelijk tot voorbeeld kunnen dienen. Een paar jaar geleden was hij al eens bij de ABD op bezoek. ‘Het is echter lastig vergelijkbaar. Onze ministers hebben politieke kabinetten, dus de relatie tussen de minister en de secretaris-generaal – in België voorzitter van het Directiecomité – is hier veel zwakker.’
Mobiliteit
Ook het eenvoudiger wisselen van functie binnen en tussen de federale organisaties, is een maatregel dat geld moet gaan opleveren. Bogaert: ‘We hebben een databank met in totaal 80.000 ambtenaren, van wie er 8.000 wel van baan zouden willen veranderen. Vorig jaar zijn er 50 naar een ander departement gegaan. Dat draait dus niet goed.’ Binnen zijn eigen organisatie heeft Bogaert het project Bridging the gap opgezet, waarmee het eenvoudiger wordt elders aan de slag te gaan. In de afgelopen drie jaar vonden 500 ambtenaren van Justitie een andere baan binnen de organisatie. ‘Dit project, dat vorige week nog een innovatieprijs heeft gewonnen, willen we nu veralgemeniseren voor de hele federale overheid,’ aldus Bogaert. Een laatste voorstel voor meer efficiëntie waar Bogaert graag de aandacht op wil vestigen is het stimuleren van 60+’ers om langer door te blijven werken. ‘In België mogen mensen die een fysiek en/of psychisch belastend beroep uitoefenen op hun 55e met prepensioen. Dat is niet meer van deze tijd. Als je je bedenkt dat ons ambtenarenapparaat zeer vergrijsd is, dan komt er een groot probleem op ons af.’
Hoeveel kans van slagen hebben al deze voorstellen eigenlijk? ‘Dat zullen we moeten zien,’ zegt Bogaert. ‘In 2007 hadden we ook een dergelijk advies opgesteld en de toenmalige minister heeft daar negentien voorstellen van overgenomen. Kijk, ons actieplan gaat verder dan de klassieke besparingsmaatregelen van elke regering die niet nadenkt. Laat ze er hun voordeel uithalen.’
++++++++++
Copernicusplan: modernisering en mandaatsysteem
De Federale Overheidsdiensten (FOD) zijn de opvolgers van de federale ministeries in België. Tijdens de eerste regering-Verhofstadt (1999-2003) is het openbaar bestuur, onder de noemer Coperniscusplan, gemoderniseerd en zijn de FOD’s opgericht. Er zijn vier horizontale FOD’s, zoals de FOD Kanselarij van de Eerste Minister, en drie FOD’s die diensten leveren voor de andere FOD’s (onder andere de FOD Personeel en Organisatie). De andere FOD’s zijn verticale diensten, die elk voor een specifiek beleidsterrein verantwoordelijk zijn, zoals Justitie of Buitenlandse Zaken. De minister van Ambtenarenzaken is opdrachtgever van de FOD Personeel en Organisatie.
De opvallendste verandering die uit het Copernicusplan voortvloeide was de introductie van een mandaatsysteem voor de topambtenaren. In plaats van een benoeming in hun functie, krijgen ze een mandaat voor een functie voor zes jaar. De demissionaire regering-Leterme mocht geen nieuwe mandaten ondertekenen.
Onwettige beslissingen bij gebrek aan mandaat
Gedurende de formatieperiode, die om precies te zijn 541 dagen heeft geduurd, mogen er geen mandaathouders worden benoemd. Dit heeft tot gevolg dat een aantal topambtenaren een tijdlang de portefeuilles van twee, of soms wel drie, collega’s hebben moeten overnemen. Bij de FOD van P&O-directeur Jan Bogaert (Justitie) werkten in totaal tien mandaathouders. Van vijf van hen liep het mandaat tijdens de formatie af. Zij zijn niet vervangen en er wachten momenteel vijf topambtenaren op een mandaat.
Bij het ministerie van Financiën (oftewel: FOD Financiën) is de situatie nog veel schrijnender. Van maar liefst tien van de dertien topambtenaren is het mandaat verlopen. Bogaert: ‘Dat betekent dat het directiecomité een tijd lang met zijn drieën beslissingen heeft genomen. De beslissingen waarvoor een quorum vereist is, zijn dus onwettig. Als iemand naar de Raad van State stapt, dan hangen ze.’
In totaal wachten momenteel 53 topambtenaren op een (nieuw) mandaat. Volgens Bogaert zullen de eerste mandaten vrij snel door het nieuwe kabinet ondertekend worden.
Het actieplan van de P&O-directeuren Invest to save, save to invest is te vinden via bit.ly/investtosave
Verschenen in PM, 16 december 2011