Samen met de andere departementen en in overleg met tal van bedrijven en organisaties heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken een subsidiariteitsexercitie uitgevoerd. Daarmee maakt het kabinet duidelijk hoever Europa kan gaan. Op welke Brusselse wet- en regelgeving zit Nederland niet te wachten?
Het is een zinnetje in hoofdstuk vier van het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II: ‘Nederland vraagt de Europese Commissie te inventariseren, op basis van het beginsel van subsidiariteit, welke beleidsterreinen kunnen worden overgedragen aan nationale overheden en zal zelf ook voorstellen doen.’ Het gevolg van dit voornemen is dat ambtenaren op het ministerie van Buitenlandse Zaken de afgelopen maanden een subsidiariteitsexercitie hebben gedaan. Vlak voor de zomer bracht minister Timmermans de Kamer al op de hoogte van de voortgang van dit traject. ‘De tijd van een ever closer union op alle mogelijke beleidsterreinen is voorbij, zo is de stellige overtuiging van het kabinet,’ aldus Timmermans in zijn brief aan de Tweede Kamer. ‘Alleen indien er goede argumenten zijn voor ingrijpen op Europees niveau is Europese regelgeving gerechtvaardigd.’ Als leidend motto daarbij geldt: Europees wat Europees moet, nationaal wat nationaal kan. De bewindsman deed bij zijn brief een overzicht met 54 dossiers, samengesteld door de departementen in samenspraak met allerlei organisaties zoals VNO-NCW, de Belastingdienst, KPN en Aedes. Van al deze dossiers is Nederland van mening dat er qua Europese regelgeving iets aan schort. Het zijn niet alleen onderwerpen waarvan het kabinet vindt dat Europa er niet over hoort te gaan, maar er zitten ook voorstellen van bestaande regelgeving tussen die moeten worden herzien. Het kabinet vindt dat de Commissie ‘te terughoudend is bij het moderniseren van wet- en regelgeving’, aldus Timmermans in zijn brief van juni.
Eind augustus stuurde de PvdA-minister de Kamer een schematisch overzicht met de stand van zaken op alle 54 dossiers. Daarvan zijn er 39 reeds verschenen, dat wil zeggen een voorstel van de Commissie daartoe is aangenomen of nog in onderhandeling. Op de 15 overige dossiers worden nog voorstellen verwacht.
Zodra het parlement de lijst met minister Timmermans heeft besproken, zal het kabinet de actiepunten in EU-verband inbrengen. Timmermans hoopt dat er vooruitlopend op het aantreden van een nieuwe Commissie, in de loop van 2014, politieke afspraken gemaakt kunnen worden over de reikwijdte van de bevoegdheden van Europa.
Op welke Brusselse wet- en regelgeving zit Nederland niet te wachten? We pikten er een paar dossiers uit.
Financiën
Het huidige voorstel van de Europese Commissie voor een Financial Transaction Taxvoldoet niet aan de voorwaarden die in het regeerakkoord zijn gesteld, namelijk vrijwaring van de pensioenfondsen, geen disproportionele samenloop met de bankenbelasting en het terugvloeien van inkomsten naar de lidstaten. Het kabinet zal in de onderhandelingen op deze punten blijven hameren.
De directe belastingen en de niet-geharmoniseerde indirecte belastingen zijn nationale aangelegenheden, vindt het kabinet. Zo heeft Nederland in het verleden negatief geoordeeld over onder meer de heffingsgrondslag voor vennootschapsbelasting en over een richtlijn voor belasting op personenauto’s.
Via inbreukprocedures probeert de Commissie lidstaten soms te dwingen om verschillen in belastingstelsels aan te pakken. Een onwenselijke gang van zaken, vindt Timmermans.
De Commissie speelt met het idee een garantiestelsel voor verzekeringsnemers in het leven te roepen. Omdat een faillissement van een verzekeraar minder risicovolle gevolgen heeft dan, laten we zeggen, een bank, vindt het kabinet een dergelijk stelsel niet nodig.
Natuur en Milieu
Het kabinet pleit voor minder gedetailleerde EU-regelgeving op het terrein van milieu-effectrapportages. De kaderrichtlijn water en de richtlijn luchtkwaliteit kunnen eveneens op weinig enthousiasme uit Den Haag rekenen. Lidstaten moet meer flexibiliteit worden geboden op onderdelen van deze voorstellen. Een kaderrichtlijn bodem ziet het kabinet al helemaal niet zitten. ‘Bodembeheer is een beleidsveld met slechts beperkte internationale aspecten,’ aldus Timmermans.
Ruimte, infra en verkeer
Omdat de meeste tunnels in Europa niet grensoverschrijdend zijn, vindt het kabinet regelgeving op dit terrein niet nodig. Voor tunnels die twee landen met elkaar verbinden volstaan bilaterale afspraken.
Over meer marktwerking op het spoor als het gaat om personenvervoer, geregeld in het vierde spoorpakket, is het laatste woord nog niet gezegd. Er loopt momenteel een onderzoek naar de impact van de maatregelen en de uitkomsten hiervan gaan uiterlijk 1 november naar de Kamer, zo heeft staatssecretaris Mansveld toegezegd.
Op sommige terreinen zou het kabinet liever zien dat er mondiale wetgeving wordt opgesteld in plaats van dat Europa het gaat regelen. Bijvoorbeeld voor de CO2-uitstoot van de zeescheepvaart. Timmermans wil zich er in Brussel hard voor maken dat de EU niet eerst zelf regels hiervoor opstelt om vervolgens afspraken te maken met de rest van de wereld. Dat kan beter direct mondiaal, vindt hij.
De bemoeienis van Brussel met het verbeteren van de energieprestaties van gebouwengaat volgens het kabinet te ver. Op basis van de uitvoering van een richtlijn uit 2002 verwacht Timmermans dat gedetailleerde verplichte maatregelen niet tot het gewenste effect zullen leiden. Stimulerende maatregelen zullen meer helpen, denkt hij en geeft aan dat Nederland dat als alternatief zal inbrengen.
Sociale zekerheid
Ondanks de kritische houding van het Nederlandse kabinet jegens het Europees Globaliseringsfonds heeft het, als onderdeel van de meerjarenbegroting ingestemd met een verlenging ervan. Timmermans zal in Brussel nog wel proberen de reikwijdte van het fonds, dat is bedoeld om werknemers die worden ontslagen als gevolg van de globalisering, te ondersteunen bij het vinden van een nieuwe baan, te beperken.
Over de harmonisatie van sociale stelsels is het kabinet helder: niet doen. ‘Europa coördineert en vult het nationale beleid aan, maar de lidstaten dienen de fundamentele beginselen van hun arbeidsmarkt en sociale zekerheid zelf vorm te geven,’ schrijft Timmermans.
Terughoudendheid wordt gewenst op het terrein van arboregelgeving. Europese afspraken kunnen op hoofdlijnen worden gemaakt, maar sectoren moeten er zelf uitvoering aan kunnen geven.
Verschenen in SC, 13 september 2013