De gemeentesecretaris als schietschijf

In ongeveer een op de vier gemeenten verdienen de politiek-ambtelijke verhoudingen aandacht, vermoedt hoogleraar bestuurskunde Arno Korsten. ‘Mijn indruk is dat gemeentesecretarissen tegenwoordig vaker sneuvelen en met een regeling vertrekken.’

In het Noord-Brabantse Steenbergen is het hommeles. Daags voor Kerst is burgemeester Saskia Bolten (GroenLinks) met verlof gestuurd. Op 19 december steunde een meerderheid van de ­gemeenteraad een motie van wantrouwen tegen de burgemeester. De dag ervoor was een conceptverklaring uitgelekt waarin Bolten schreef dat ze vanwege een ‘verpeste bestuurscultuur’ wilde opstappen. Een dag later lekte een rapport uit waaruit bleek dat niet de burgemeester, maar gemeentesecretaris Ans Leloux het probleem in de organisatie zou zijn, zo meldt de lokale krant Kijk op Steenbergen/Steenbergse Courant. Ook in de Limburgse gemeente Stein rommelt het. Begin dit jaar meldde dagblad De Limburger dat ‘een aantal managers om uiteenlopende redenen zwaar onder vuur ligt’. Er zou sprake zijn van ‘machtsmisbruik, persoonlijke afrekening en manipulatie van een extern rapport’. Een deel van het management zou het eigen falen proberen af te wentelen op de medewerkers, aldus de krant.

En zo kan Arno Korsten, honorair hoogleraar bestuurskunde van de lagere overheden aan de Universiteit Maastricht, nog wel een aantal andere voorbeelden noemen van gemeenten waar de politiek-ambtelijke verhoudingen onder druk staan. Hij schat dat de relatie tussen burgemeester en wethouders enerzijds en de top van het ambtelijk apparaat anderzijds in een op de vier gemeenten aandacht verdient. In juli 2012 schreef Korsten onder de titel De steekvlam een betoog over ‘het (on)terecht de laan uitsturen van gemeentesecretarissen’. Dat artikel, waarin hij 22 recente situaties schetst waarbij de hoogste ambtenaar van de gemeente is vertrokken, komt voort uit ‘onvrede over het feit dat gemeentesecretarissen vaak een schietschijf zijn, waarbij net zo lang kogels worden gezocht en afgevuurd totdat het raak is’, aldus Korsten. Het grote aantal voorbeelden dat hij ‘door even te googelen’ bij elkaar sprokkelde, wil overigens niet zeggen dat het nooit terecht is dat een gemeentesecretaris moet opstappen, benadrukt de hoogleraar. ‘Maar mijn indruk is dat secretarissen tegenwoordig vaker sneuvelen en met een regeling vertrekken.’

Korsten wijt dit onder meer aan de dualisering, waardoor wethouders zich sterker willen profileren. ‘Vanwege de duale verhoudingen mogen ze geen voorzitter meer zijn van een raadscommissie en kunnen ze in raadsvergaderingen minder prominent aanwezig zijn,’ aldus de hoogleraar. Daarnaast zijn voor de gemeentesecretaris de verbindingslijnen met de raad afgenomen, vervolgt hij. ‘Het college van B&W functioneert meer eigenstandig en voor de gemeentesecretaris is het platform van de gemeenteraad daardoor weggevallen.’ Ook concurreren gemeentesecretaris en wethouder steviger met elkaar als het gaat om hun lijntjes naar de griffier en de burgemeester, zegt Korsten.

Voetbalcoaches
Bij zijn vertrek in 2011 als voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen constateerde Arjan van Gils dat de hoogste gemeenteambtenaren steeds vaker tussentijds vertrekken. ‘Wethouders hebben steeds meer de neiging om op de stoel van de gemeentesecretaris te gaan zitten,’ aldus Van Gils, die zijn toehoorders het advies geeft de bestuurders op afstand te houden. ‘De trend dat wethouders zich steeds meer met de uitvoering bezighouden, maakt het ambt van gemeentesecretaris ongewisser,’ aldus Van Gils, die zelf momenteel de ambtelijke dienst in Amsterdam aanstuurt. Hij vergeleek zijn beroepsgroep destijds op het congres in Hengelo met dat van voetbalcoaches in het betaald voetbal. ‘Zij zijn de belangrijkste risicogroep voor vroegtijdig vertrek, wij zijn een goede tweede.’ Net als Korsten wijt Van Gils deze ontwikkeling deels aan de dualisering. ‘Daardoor zijn er meer wethouders van buiten en die voelen zich minder een representant van de lokale politiek. Zaken gaan steeds meer door elkaar lopen. Wat en wie iets doet is een politieke vraag, hoe we dat doen is een vraag voor de ambtelijke organisatie. Met een wethouder van buiten die dichter op de uitvoering gaat zitten, zie je dat die vragen worden gemengd. Dat schept verwarring en onduidelijkheid voor wethouders en gemeentesecretarissen over wie wat moet doen.’

Een oplossing voor het feit dat gemeentesecretarissen steeds meer als schietschijf fungeren, zou volgens ­Korsten het opzetten van een Algemene Bestuursdienst voor ­Gemeentesecretarissen (ABG) kunnen zijn, analoog aan de Haagse ABD voor rijksambtenaren. ‘Na een dienst­verband van zes jaar verkassen gemeente­secretarissen naar een andere gemeente,’ legt Korsten uit. ‘Dan krijgen de dagelijks bestuurders van de ruim vierhonderd ­gemeenten telkens iemand die een nieuwe frisse wind door de gangen blaast. De ABG zorgt voor gegarandeerde mobiliteit.’

Verschenen in PM, 7 maart 2014

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s