Terwijl de Nederlandse politiek zich twee dagen lang opsloot in de Tweede Kamer voor het hoogtepunt van het jaar, de Algemene Politieke Beschouwingen, vergaderde het Europarlement in Straatsburg. Hoewel het pas de derde keer was dat het nieuwe EP sinds de verkiezingen in juni plenair vergaderde, was het business as usual.
Er stond een keur aan onderwerpen op de agenda. Van de Oekraïne en de situatie in Irak en Syrië, Libië en Gaza tot de VN-klimaattop die deze week in New York plaatsvindt, de ebola-crisis in Afrika en de digitale interne markt.
Europarlementariër Van Nistelrooij voerde het debat over de blokkades die er zijn om bij webshops in andere landen aankopen te doen. Bijna onopgemerkt pleitte de CDA’er voor het makkelijker maken van online shoppen bij Europese webwinkels, waar ook de Nederlandse detailhandel van zou kunnen profiteren.
Slechts 11 procent van de Europeanen schijnt nu maar een online aankoop in een ander land te overwegen, vanwege de vreemde taal van de website, onbekende of ontbrekende leveringsvoorwaarden en betaalmogelijkheden. Omdat hier veel winst te behalen valt, zou er volgens Van Nistelrooij een interne markt voor online betalen en factureren moeten komen en zouden de regels voor consumentenbescherming bij online aankopen in de EU geharmoniseerd moeten worden.
Het is in dit stadium altijd maar de vraag of het ervan gaat komen en of Europa de handen hiervoor op elkaar krijgt. Het is soms vechten tegen de bierkaai daar in Brussel, dus een beetje media-aandacht voor een interessant voorstel kan geen kwaad. We blijven het dossier volgen.
Verschenen in SC, 23 september 2014