Op 1 januari 2015 verandert de Europese btw-regelgeving voor elektronische diensten. Het afsluiten van een digitaal krantenabonnement of de online aanschaf van software en boeken worden voortaan belast in het land waar de (particuliere) afnemer woont en niet waar de ondernemer is gevestigd, zoals nu het geval is. De achterliggende reden is dat de btw-inkomsten toekomen aan het land waar de dienst daadwerkelijk wordt gebruikt, aldus de Europese Commissie. Dit sluit aan bij de doelstelling van de omzetbelasting, namelijk het belasten van consumptief gebruik.

Veel digitale dienstverleners zijn gevestigd in Luxemburg, omdat daar een relatief laag btw-tarief geldt van 15 procent. Ter vergelijking: in Denemarken, Zweden en Kroatië ligt dit tarief op 25 procent, in Ierland op 23 procent en in Nederland is het btw-tarief 21 procent. Als de nieuwe regels straks in werking treden, moet de ondernemer zich er dus van vergewissen waar de koper van zijn dienst woont of verblijft. Dat lijkt me in het geval van online aankopen nog niet zo eenvoudig. Want welk tarief wordt gehanteerd als ik een half jaar in Duitsland verblijf en via Bol.com een boek aanschaf, dat ik vervolgens weer meeneem naar Nederland? Bovendien moeten ondernemers hard gaan nadenken over hun prijsstrategie. Het maakt nogal wat uit als een klant over zijn aangeschafte dienst 25 procent btw moet betalen of slechts 15 procent.

Deze maatregel zal behoorlijk wat administratieve lastendruk opleveren, wat vast niet de bedoeling is geweest. Een speciale Eurocommissaris Betere Regelgeving mag er de komende vijf jaar voor zorgen, dat dit soort maatregelen niet meer worden voorgesteld.

Verschenen in SC, 4 november 2014