Buiten discussies over een groter lokaal belastinggebied was er deze week tijdens de tweedaagse belastingconferentie in Arnhem veel aandacht voor ontwikkelingen met de WOZ. Zo presenteerde Johan van Herk (Asten/Someren) een systeem om secundaire objectkenmerken van onroerend goed op een objectieve manier in kaart te brengen en vertelde Herman Broekhuis (Gemeentelijk Belastingkantoor Twente) waarom zijn organisatie pal staat voor meer transparantie en openheid.
Johan van Herk, coördinator van het team Belastingen van de Noord-Brabantse gemeenten Asten en Someren, heeft het er maar druk mee. Gemeenten staan nagenoeg in de rij voor het door hem ontwikkelde systeem voor de waardering van secundaire objectkenmerken. De crux zit hem in de objectiviteit, zegt Van Herk. ‘Als je twee taxateurs op een object afstuurt, heb je twee meningen over de waarde ervan. Wij stellen geen subjectieve vragen. De vraagstelling is objectief en de uitkomst is altijd uniform.’
Asten en Someren werken nu twee jaar met dit systeem, waarmee de inwoners zelf via internet aangeven hoe het staat met het onderhoud, het voorzieningenniveau en de kwaliteit van het huis waarin ze wonen. De respons is hoog. In 2015 zijn er 2774 brieven de deur uitgegaan, waarop 2530 reacties zijn gekomen. ‘Een scoringspercentage van 91’, rekent Van Herk tevreden. Hij heeft nauwelijks wanklanken gehoord. ‘Natuurlijk zijn er wel mensen die het er niet mee eens zijn. Die vinden het een inbreuk op hun privacy dat de gemeente wil weten hoe oud hun badkamer is. Maar vanuit de Wet WOZ hebben we dit soort informatie nodig om de waarde van onroerende zaken vast te stellen. Dat proberen we dan ook uit te leggen.’
Het is niet zo dat de 9 procent die niet reageert op de oproep om de vragen via internet te beantwoorden daarmee wegkomt, verzekert Van Herk. ‘We verwachten van iedereen een reactie. Waar die uitblijft, gaan we controleren.’ Ook wanneer iemand niets invult of als de antwoorden flink afwijken van reeds bekende gegevens, gaat iemand van de gemeente eropuit om te achterhalen hoe het zit.
Omdat de bezwaartermijn nog loopt, durft Van Herk niet met honderd procent zekerheid te zeggen dat hij dit jaar minder bezwaren op de WOZ-beschikking zal ontvangen. ‘Maar we investeren hiermee aan de voorkant, waardoor we aan de achterkant sterker staan’, zegt hij. ‘Mensen voelen aan dat de waarde van hun woning meer in lijn ligt met wat ze verwachten.’
Transparant en interactief
De moraal van het verhaal dat Herman Broekhuis zijn gehoor deze week in Arnhem voorhield, is dat het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT), waar hij procesmanager is, niets te verbergen heeft. ‘Wij pleiten voor meer transparantie en openheid. Wij hebben geen gegevens – behalve die uit de GBA – die men niet mag weten.’
Samen met de inwoners van de negen gemeenten die het GBT inmiddels bedient, zorgt Broekhuis ervoor dat de bestanden op orde zijn. Van alle gegevens waarover het GBT beschikt, maken de WOZ-data het grootste deel uit. Vier jaar geleden al deed het GBT als een van de eerste in Nederland een proef met het betrekken van woningeigenaren bij het bepalen van de WOZ-waarde. ‘Dat product, de voormelding van de WOZ, is nu uitontwikkeld’, zegt Broekhuis, die mede daarom op zoek is naar een nieuwe naam ervoor. ‘We willen toe naar een meer interactieve WOZ-melding, zodat we nog beter kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen – zoals het openbaar maken van de WOZ-waarde, die vanaf 1 oktober gaat gelden.’ Dit biedt nieuwe kansen, aldus Broekhuis. ‘Waarom zou je slechts de gegevens van drie vergelijkbare objecten in de beschikking opnemen en niet die van de buren?’
App
Broekhuis en zijn team zijn momenteel ook bezig met de ontwikkeling van een app. ‘Alleen een website werkt niet meer, iedereen wil tegenwoordig via zijn smartphone zijn melding doen.’ Ook wordt nagedacht over het verspreiden van de verschillende belastingaanslagen door het jaar heen, zodat er in januari en februari geen piek meer is, en het lostrekken van de aanslag van de beschikking. ‘Voor dat soort ingrepen moet de wet gewijzigd worden’, zegt Broekhuis. ‘Dus dat veranderen we niet zomaar.’
Het belangrijkst is, zegt hij, dat het GBT een nauwe band met de inwoners onderhoudt. ‘We doen er alles aan om bezwaren te voorkomen, maar we proberen ook frustraties weg te nemen. Door de gegevens goed op orde te hebben, kunnen we betere dienstverlening leveren. Daar gaat het ons om.’ Binnen het GBT staat het denken niet stil, zo wil Broekhuis maar zeggen. Al deze veranderingen zorgen ervoor dat ze in Twente spreken van een belastingkantoor 2.0. ‘Daarmee lopen we in Nederland voorop.’
++++++++++++++++++
WOZ-beschikking voor huurders
Vanwege wijzigingen in het woningwaarderingsstelsel moeten gemeenten vanaf dit jaar ook huurders van een woning onder de liberalisatiegrens een WOZ-beschikking sturen. De WOZ-waarde speelt namelijk een zwaardere rol dan voorheen bij het bepalen van de maximale huurprijs voor woningen in de gereguleerde huursector.
De verwachting is dat maar een zeer beperkt deel van de huurders een belang heeft bij een lagere WOZ-waarde, omdat in veel gevallen de huur beduidend onder de maximale toegestane huur ligt.
Vanwege die reden vindt Van Herk, coördinator van het team Belastingen van de gemeenten Asten en Someren, dat de wetswijziging niet goed doordacht is. ‘We vallen hiermee een hele hoop burgers lastig, die er niets mee kunnen of hoeven.’
Van Herk vindt het goed dat de WOZ-waarde van invloed is op de huurprijs, maar is van mening dat de uitvoering anders moet. Bijvoorbeeld dat woningcorporaties samen met de gemeente de huurprijzen controleren: zit die boven, in de buurt van of ver onder de maximale prijs? ‘Iedereen die boven of binnen een bepaald percentage rond de maximale prijs zit, kunnen we dan een beschikking sturen en zij kunnen – als ze dat willen – vervolgens bezwaar maken.’
Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente heeft alle huurders een beschikking gestuurd en tot op heden – maar de bezwaarperiode loopt nog – weinig reacties ontvangen. Procesmanager Broekhuis is eigenlijk wel blij met de wetswijziging. ‘Deze huurders zijn een nieuwe doelgroep met wie we kunnen communiceren.’
Verschenen in VNG Magazine, 1 april 2016