De behandeling van de onderwijsbegroting zit dit jaar in een spagaat. Een ambtelijke werkgroep gaat na hoe er 20 procent op het hoger onderwijs kan worden bezuinigd terwijl de politiek juist wil dat Nederland op dit punt doordringt tot de wereldtop. Moet Plasterk dan toch maar beknibbelen op cultuur en media?
Geen woorden, maar daden. Daartoe roept zo ongeveer het hele hoger onderwijsveld kabinet en parlement op. Met de Kamerbreed gesteunde motie die PvdA-fractievoorzitter Hamer indiende tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen gaf het parlement de regering opdracht ‘in de aangekondigde brede heroverweging de ambitie mee te nemen om het onderwijs en de wetenschap in Nederland tot de mondiale top vijf te laten behoren’. Desondanks koos het kabinet ervoor een van de ambtelijke werkgroepen het hoger onderwijs onder de loep te laten nemen. Onder leiding van topambtenaar Hans van der Vlist van Justitie wordt gekeken hoe er 20 procent kan worden bezuinigd. Het is allemaal wat tegenstrijdig, vindt Sybolt Noorda, voorzitter van de VSNU, de koepelorganisatie van universiteiten. ‘Als je tot de top vijf wilt behoren, dan heb je geen keuze, dan moeten we met volle kracht vooruit.’
De VSNU zet zich dezer dagen extra in om de politiek te voeden met informatie. ‘Wij geven exacte cijfers wat de top vijf doet als het gaat om hoger onderwijs, en wat wij niet doen,’ legt Noorda uit. ‘In die landen wordt een aanzienlijk hoger percentage van het BNP uitgegeven aan onderwijs en wetenschap. In Nederland wordt al heel lang gezegd dat wij dat ook zouden moeten doen, maar het gaat alleen maar de andere kant op. We hangen echt rond het gemiddelde.’
Gedepolitiseerd
Henno van Horssen, voorzitter van het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO), is er niet gerust op. ‘Hoe kun je tot de beste landen ter wereld gaan behoren als er tegelijkertijd wordt gezocht naar een bezuiniging van meer dan een miljard euro?’ vraagt hij zich af. Er moet geïnvesteerd worden. We moeten de road to excellence volgen en niet de road to average.’ Volgens Van Horssen heeft het kabinet de hele discussie gedepolitiseerd door een ambtelijke werkgroep in te stellen. ‘Nu mogen ambtenaren bepalen wat er met het hoger onderwijs gaat gebeuren. De politieke keuze is in feite al gemaakt: van het hoger onderwijs kan wel 20 procent af. Daar is helemaal geen discussie over gevoerd.’
Voorzitter Doekle Terpstra van de HBO-Raad beziet de begrotingsbehandeling eveneens in het licht van de ambities die doorklinken in de motie-Hamer. ‘Het is van groot belang dat de kwaliteit van het hoger onderwijs op peil blijft,’ zegt Terpstra. ‘Dat kan maar door een ding: dat er niet getornd wordt aan het bedrag per student dat de instellingen van de overheid ontvangen. Dat is van cruciale betekenis en we hebben daar geen invloed op nu een ambtelijke werkgroep, die toch een black box is, daarmee bezig is.’
Gerard Oosterwijk, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), ziet in de onderwijsbegroting niets terug van de ambitie Nederland naar de wereldtop op te stuwen als het gaat om kennis en innovatie. ‘Voordat er gesneden gaat worden, willen we eerst kijken naar het investeringsplaatje: wat is er nodig om tot de top vijf door te dringen?’ zegt hij. ‘Er wordt echt al jaren op het hoger onderwijs beknibbeld. Zolang die trend niet doorbroken wordt, zijn wij niet tevreden.’
Meer geld naar het hoger onderwijs, daar lijkt iedereen – inclusief de Kamer getuige de brede steun voor de motie-Hamer – het over eens. Maar minister Bos van Financiën ziet zijn partijgenoot Plasterk al aankomen. Zoek het geld maar in je eigen begroting, wordt dan de boodschap. Van Horssen vindt het moeilijk een bezuinigingspost aan te wijzen in de begroting van OCW. ‘Maar het is natuurlijk vreemd dat cultuur en media niets hoeven in te leveren.’ Oosterwijk trekt de gratis schoolboeken in twijfel. ‘Hoe die maatregel precies uitwerkt, is nog maar de vraag. Dat geld kan beter worden besteed aan het onderwijs zelf.’ Van de kant van de LSVb valt in de aanloop naar de begrotingsbehandeling nog wel iets te verwachten. ‘Misschien organiseren we iets leuks, iets kleins,’ zegt Oosterwijk geheimzinnig. ‘Veel studenten zijn het inmiddels helemaal zat.’
Verschenen in PM, 6 november 2009