Bestuurlijke vernieuwing is van oudsher een echt D66-onderwerp. Voor de sociaalliberale partij is dit zo’n belangrijk issue, dat er in 2003, bij de vorming van Balkenende II, zelfs een ministerspost voor in het leven werd geroepen. D66-voorman Thom de Graaf ging het kabinet in en werd minister voor Bestuurlijke Vernieuwing (en Koninkrijksrelaties). Daar kwam uiteindelijk weinig van terecht. Sterker nog, de bewindsman sneuvelde op een van zijn kroonjuwelen. De Graaf stapte op, nadat de PvdA tegen de gekozen burgemeester stemde en er geen meerderheid voor het wetsvoorstel was. Nadat Alexander Pechtold en vervolgens VVD’er Atzo Nicolaï – in het overgangskabinet-Balkenende III – de post nog hadden bemand, verdween de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing geruisloos van het toneel. De coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie begon er niet meer aan.
Door de dossiers rijksdienst en wonen op het ministerie van Binnenlandse Zaken in een aparte portefeuille te stoppen, kunnen we Ronald Plasterk eigenlijk zien als de nieuwe minister voor Bestuurlijke Vernieuwing. Voor de PvdA’er blijft in zijn takenpakket weinig meer over dan het opschalen van gemeenten tot entiteiten met honderdduizend-plus inwoners. Dat is een hele klus en daar heeft hij, op het Antillendossier na, gelukkig alle tijd voor.
Want het samenvoegen van gemeenten betekent nogal wat. Hoewel het op lange termijn ongetwijfeld geld zal moeten opleveren – onze columnist Peter Bootsma noemt deze bezuinigingsmaatregel zelfs een ‘nauwelijks verborgen’ agenda – zal er heel wat tijd, energie én geld aan te pas moeten komen, eer we alleen nog maar gemeenten hebben met meer dan honderdduizend inwoners. Volgens de meest recente peiling is dit momenteel slechts in 26 steden het geval. Dat betekent dat er bijna vierhonderd kleinere steden en dorpen zijn die in de toekomst moeten samengaan.
Ik voorzie dat dit niet zonder slag of stoot gaat plaatsvinden. Er zijn allerlei redenen te bedenken waarom grote gemeenten het omvangrijke takenpakket dat het Rijk afstoot, beter kunnen opvangen dan kleine, maar het behoud van lokale waarden en identiteit vinden velen, juist in deze tijden van crisis, belangrijk. We voelen ons dan misschien geen Europeaan, maar zeker wel Almeloër, Bussumer of Coevordenaar. Het grote kwartetten gaat straks beginnen. A wil wel met B, maar dan mag C er niet bij en dan kunnen we D misschien zo ver krijgen om zich samen met E bij A en B te voegen. Ik wens de heer Plasterk en alle burgemeesters, wethouders en ambtenaren hierbij veel succes en wijsheid toe.
Verschenen in SC, 6 december 2012