Maanden naartoe geleefd en nu zit het er (helaas) op: de marathon van Amsterdam op 21 oktober 2018. De vierde marathon waaraan ik heb meegedaan, na Berlijn, Parijs en Frankfurt. Qua gezelligheid de leukste tot nu toe. Luc liep dit keer ook mee, dus we hebben de duurlooptrainingen samen gedaan, en langs de kant stonden veel vrienden en familie, echt tof!
Al die support is superbelangrijk, dus dat hadden we geregisseerd. We hadden vooraf geïnventariseerd wie er zou komen kijken en wat dan de handigste locatie was. Samengevat kwam dat op het volgende neer:
Luc zijn doel was vooral de marathon uitlopen en ik wilde sneller dan Frankfurt (4.16). Ik had 4.10 in gedachten, dat is 5’55 per kilometer.
Gelletjes rondbrengen
Vrijdag hebben we aan het eind van de dag eerst ons startnummer opgehaald bij de expo (en shirtjes gekocht, herstelshakes en Luc zelfs nog een draadloze koptelefoon omdat hij ontevreden was over zijn huidige oortjes). Daarna zijn we flesjes sportdrank en gelletjes rond gaan brengen. Dit kostte veel meer tijd dan we dachten. Ik had eerst nog gewerkt (wel thuis), maar niet zo goed ontbeten/geluncht. Dus ik had op een gegeven moment honger, dorst en hoofdpijn. Lekkere voorbereiding… We waren donderdag al wel begonnen met carboloaders en vanaf maandag dronken we bietensap (never change a winning formula ;)). Ik baalde dus een beetje, maar eenmaal thuis hebben we goed gegeten en flink wat water gedronken. Nog een paar afleveringen Mocro Maffia gekeken (serietip!) en op tijd slapen. Ondanks de zenuwen (die ik eigenlijk de hele week al had) ging dat aardig.
Zaterdag kwamen mijn ouders, die in Duitsland wonen, naar Amsterdam. Met de auto (Luc en ik wilden niet te veel lopen vandaag) zijn we de drie locaties waar zij zondag zouden staan gaan bekijken: Rijnstraat (11,5 km), bij de brug over de Amstel (25 km) en direct na de tunnel onder de Wibautstraat (36,5 km). Probeer dat maar eens uit te leggen aan niet-Amsterdammers…
Spannend!
’s Avonds pasta gegeten (natuurlijk) en weer op tijd naar bed. Zondag vroeg op, douchen, ontbijten, de laatste flesjes vullen met sportdrank en hop, op de fiets naar het Olympisch Stadion. We kwamen langs de route waar men al druk bezig was met het afzetten van de weg. Spannend!! Bij het stadion moesten we eerst nog op de foto voor Het Parool. We zouden voor- en achteraf gefotografeerd worden en na afloop geïnterviewd. Daarna onze spullen afgegeven en in de rij om het stadion in te gaan. Dat duurde vrij lang, dus we stonden een tijd te wachten. Uiteindelijk waren we binnen en hoorden net het startschot van de elite, die om 9.30 zou vertrekken. Er ging een golf van enthousiasme door het stadion, mooi was dat.
Negentien minuten later vertrokken we dan eindelijk. Hier had ik een paar maanden naartoe geleefd. Na al die duurlopen op zondag en trainingen door de week waren we eindelijk gestart. De eerste marathon van Luc, hoe zou hij het ervan af brengen? Ik was best een beetje plaatsvervangend zenuwachtig, merkte ik. Bovenop mijn eigen zenuwen natuurlijk.
Direct buiten het stadion stond Miranda ons op te wachten. Zij deed mee met de 8 kilometerloop, die om 10.10 zou starten. ‘Succes!’ ‘Succes!’
Eigen ritme
We begonnen samen, maar al snel gaf Luc aan zelf in zijn ritme te willen komen, dus ik ging iets voor hem lopen. Vooraf had ik eigenlijk nog moeten plassen. Toen de eerste mogelijkheid zich voordeed (direct in het begin van het Vondelpark) ben ik toch maar snel naar de wc gegaan. Eigenlijk niet zo’n heel slechte keuze, want ik was de eerste die van deze Dixie gebruikmaakte 😉 Maar het kostte natuurlijk wel tijd, kostbare tijd. Bovendien dacht Luc dat ik voor hem liep, dus als we op 5 km bij onze eerste cheering zone zouden komen en ik was daar nog niet geweest, zou hij zich vast zorgen maken. Ik trok een sprintje om me weer bij hem te voegen. Dat kostte behoorlijk wat energie, wat natuurlijk niet handig is zo aan het begin, maar ja.

Net na het Rijksmuseum.
Risico nemen
Samen liepen we langs Annejet, Michiel, Anouk, Dirk & kids, die ons vrolijk stonden op te wachten op de Hobbemakade. De route vervolgde via de Zuidas (mooi tussen de hoge gebouwen door) richting Churchilllaan waar zij opnieuw stonden, op het 10 kilometerpunt. Tijd voor twee gelletjes, die ze keurig aangaven. We liepen inmiddels vóór de 4.10-hazen. Er vlak achter was het heel druk en 4.10 was toch het doel. In eerste instantie wilde ik niet mee naar voren, dus ik liet Luc gaan. Toen bedacht ik me ineens dat als ik er nu al achter ging hangen het nooit zou lukken. Ik zou toch wat risico moeten nemen. Dus weer een sprintje, terug naar Luc.
Mijn stad
Mijn ouders stonden op de Rijnstraat, precies op de plek die we zaterdag hadden afgesproken (voor de ING, bij de marathonvlaggen). Zij gaven een flesje sportdrank aan. Het ging nog steeds lekker. Het was dan ook superfijn hardloopweer: bewolkt en zo’n 16 graden. Een stukje verderop gaf Luc aan dat hij wilde versnellen. Ik vond het huidige tempo, net onder de 6 minuten per km, prima dus besloot hem toch te laten gaan. Bij 13,5 km stond Lieke (van Running Holland) aan te moedigen en daarna draaiden we de weg richting de Amstel op. In de lucht werden kunsten vertoond op waterkracht. Veel lopers haalden hun mobieltje tevoorschijn om een filmpje te maken. Ik kende dit van o.a. de Gay Pride, dus was er iets minder van onder de indruk dan zij. Ik merkte sowieso dat lopen door je eigen stad, hoe leuk ook, toch wat minder verrassend is. Je kent alles heel goed, loopt er zelfs vaak hard (o.a. langs de Amstel), dus je hoeft eigenlijk niet om je heen te kijken. In Berlijn of Parijs doe je dat juist wel, wat heel erg afleidt van het hardlopen. Aan de andere kant is een marathon in eigen stad natuurlijk geweldig vanwege de bekenden langs de kant. En ik was op een bepaalde manier ook trots op Amsterdam ten opzichte van al die buitenlandse hardlopers die hier een marathon aan het lopen waren. Mijn stad, weet je.
Post gemist
De volgende cheering zone was in Ouderkerk, op 19 km bij het keerpunt langs de Amstel terug naar de stad. André (de vader van Luc) zou een tasje met sportdrank en twee gelletjes aangeven. Toen ik aankwam, had hij twee tasjes in zijn handen. Oh nee! Hij had Luc gemist. Ik wist dat Luc die gelletjes nodig had (hij eet meer dan ik), dus ik begon me meteen zorgen te maken. Maar ik kon er ook niet zo veel aan doen. Ik had geen flauw idee hoe ver hij voor me liep en om nu zijn tasje mee te nemen, was ook niet handig. Ik liep door en was nog even bang dat Luc toch achter me zou lopen, André nu zou vertrekken (omdat ik gezegd had dat hij hem gemist had) en het door mij mis zou gaan (wat er allemaal niet door je hoofd schiet…). Maar bij het volgende punt, op 25 km, stonden mijn ouders en toen ik langskwam hadden ze nog maar één flesje, Luc was al langs.
Saai stuk
Mijn benen voelden nog aardig goed. Nu brak het meest saaie stuk aan, over het Amstel Business Park. Hier stonden ook geen fans – wel een lief aanmoedigingsfilmpje van Alfred op groot scherm! – pas op 33,5 kilometer weer, aan het begin van de Molukkenstraat. Ik wist ook dat er vanaf dit punt om de paar kilometer iemand zou staan, dat was een fijne gedachte. Die laatste 10 kilometer zijn net die kilometers te ver, alles gaat pijn doen. En als je dan steeds naar iemand toe kan lopen, geeft dat een heerlijk gevoel, alsof het steeds korte stukken zijn. Jojanneke kwam op 33,5 km dan ook als geroepen: met recht een cheering point en weer een flesje sportdrank en een gelletje. Ik werd het eten en drinken overigens behoorlijk zat, het is nogal zoete troep, maar voor de energie meer dan nodig. Tussendoor nam ik wel bekertjes water van de organisatie (om de boel wat te neutraliseren). Hoewel supergoed verzorgd door allemaal lieve vrijwilligers, hield dat ook op. Veel lopers gingen bij de waterpost wandelen (daar snap ik dus niets van) en het was ingewikkeld een bekertje te bemachtigen.
Direct om de hoek op de Zeeburgerdijk stond Pascale van Running Holland, iets verderop Vera, gevolgd door Michiel. Toen kwam de tunnel onder de Wibautstraat, die ik vooraf vreesde. Het viel mee en bovenaan de heuvel stonden mijn ouders weer. Keurig op tijd op de afgesproken plek (hoewel ze ook met de metro hadden gemoeten; het was ze gelukt!).
De laatste vijf
Nu braken de laatste kilometers echt aan, al vond ik vijf nog best ver klinken. In het Vondelpark (39 km) stonden Marjolijn, Pim, Joanne & kids heel enthousiast te juichen. Ik had geen idee waar Luc liep – en had het al die tijd ook niemand aan de kant gevraagd. Op mijn horloge zag ik (via de marathon-app) dat een aantal van mijn trainingsmaatjes van Running Holland inmiddels waren gefinisht. Ergens had ik verwacht Luc ook te zien finishen (net als tijdens de 30 van Noord). Ik wist inmiddels dat ik 4.10 net niet zou halen, maar was ervan overtuigd dat het sneller zou zijn dan Frankfurt (4.16).
Ineens zag ik Luc voor me lopen! Ik kreeg een boost en sprintte (nou ja, zo zal het niet gegaan zijn) naar hem toe en ging bij hem lopen. Ik nam hem op sleeptouw richting de finish, zoals je goed ziet op deze foto die Wendelien nam (het laatste cheering point op 41 km).
Achteraf zei Luc dat hij niet zeker wist of ik bij hem zou blijven of ervandoor zou gaan. Dat laatste kwam niet in me op, ik vond het veel te leuk om samen te finishen. Dat hebben we ook gedaan en omdat we tegelijk over de start gingen, klokten we exact dezelfde eindtijd: 4.12.57. Ik heb nog wel echt mijn best gedaan onder de 4.13 te blijven, nu staat mijn PR toch op 4.12, die 57 seconden vergeten we gemakshalve even.

We zijn er bijna…
De fotograaf van Het Parool stond direct na de finish, wat (voor mij dan) een niet al te appetijtelijke foto opleverde (het stuk staat ook online). Nu ja.
Ik heb heerlijk gelopen, hoewel het ook echt wel pijn heeft gedaan. Soms dacht ik zelfs ‘waarom doe ik dit eigenlijk?’, maar de euforie na afloop overtreft alles. Ik heb een supervlakke race gelopen, heel anders dan Luc. Hij vertelde dat hij op KM26 de man met de hamer tegenkwam en het vanaf dat moment heel zwaar had gehad (dat was te zien toen ik hem in het Vondelpark bijhaalde). Maar hij heeft zijn eerste marathon toch maar mooi volbracht, in een zeer acceptabele tijd.
We strompelden samen naar onze tas, gingen zitten om een joggingbroek aan te trekken en kwamen nauwelijks overeind. We waren gelukkig niet de enigen, iedereen om ons heen was aan het bijkomen van die 42 kilometer. Er was zelfs iemand die in een rolstoel werd geholpen. Fietsen naar huis ging prima (niet al te snel) en op het Van der Helstplein kregen we een staande ovatie van mijn ouders en André, die daar inmiddels op een terrasje zaten. Lekker een biertje gedronken (eindelijk!) en vervolgens de trap op gestommeld. Deze marathon was echt superleuk en smaakt alweer naar meer. Luc wil ook nog wel een keer, maar niet meteen al in het voorjaar, mogelijk Valencia in december. Mijn zusje overweegt voor een marathon te gaan trainen. Zij woont in Mainz, dus het zou zomaar kunnen dat ik op 5 mei 2019 met haar aan de start sta bij de Gutenberg Marathon Mainz.
Wat een gewéldig verslag over jullie marathonwel-en-wee! Zo was ik er toch een beetje bij, al is mijn aanmoedegingsfilmpje niet gezien door Luc. Wat kunnen jullie supertrots zijn op jezelf, en jullie weten niet half hoe trots ik ben! En dan te weten dat jullie alweer aan een volgende marathon denken. Bijna niet te geloven!
Heel veel respect en liefs van een meelevende (schoon)moeder,
Vivien
Leuk en informatief verslag, dank je voor het publiek posten.
Success bij jullie volgende Marathon.