Voor burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen is het havengebied de mooiste plek van zijn stad: lekker ruw en onaf. Eerder was ik voor de rubriek ‘De mooiste plek’ van VNG Magazine in Heemstede, Dordrecht, Cromstrijen, Veenendaal, Utrecht, Zaltbommel, Urk, De Wolden, Doesburg en Noordwijkerhout.
De ader van de stad

In het havengebied, ten noordwesten van het centrum van Nijmegen aan de zuidoever van de Waal, komen de oude en de nieuwe economie samen. Containerbedrijf BCTN is een van de grootste inland-terminals van Nederland. Van hieruit zijn er directe waterverbindingen met Rotterdam en Duitsland. ‘Als de Waal en het Maas-Waalkanaal er niet waren geweest, was het niets geworden met Nijmegen’, zegt burgemeester Hubert Bruls. Het 13,5 kilometer lange kanaal, dat dateert uit de jaren twintig van de vorige eeuw, vormt de ader van de stad. ‘Het heeft ons veel welvaart gebracht.’
Pal naast de containerterminal staat een oude kolencentrale, die momenteel ontmanteld wordt. Er ligt ook een aantal zonnepanelen. Volgens de burgemeester is het de bedoeling dat het gebied een duurzaam energieterrein wordt. Zelfs de containerterminal zou energieneutraal moeten worden.
Bruls (CDA) heeft in Nijmegen politicologie gestudeerd en was in 1998 kort gemeenteraadslid waarna hij vier jaar lang het wethouderschap uitoefende. Via omzwervingen als Tweede Kamerlid (2002-2005) en burgemeester van Venlo (2005-2012) keerde hij in 2012 terug naar Nijmegen.
Dat het havengebied er ruw en onaf uitziet, vindt Bruls juist aantrekkelijk. Inwoners komen er nauwelijks, want zij hebben er niets te zoeken. Toch wel jammer, vindt de burgemeester. Voor hem is het de mooiste plek van de stad.
Verschenen in VNG Magazine, 25 januari 2019